3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [naam] , opgemaakt op 6 januari 2019, voor zover inhoudende (p. 10a-11):
Pleegdatum/tijd: op 6 januari 2019 om 02:32 uur
Op 6 januari was ik werkzaam bij restaurant Topkapi gevestigd aan het Gevers Deynootplein 36 te Den Haag. Ik werk daar in de bediening. Ik was aan het bedienen aan een tafel met 3 personen toen één van de mannen aan deze tafel plotseling met zijn hand in een van mijn jaszakken ging. Hij wilde een pen hebben. Het probleem begon toen ik zijn hand vastpakte en deze naar beneden hield omdat hij hiermee in mijn jaszak kwam. Toen ik zei dat ik daar niet van gediend was zijn de drie mannen opgestaan en om mij heen komen staan. Ik rende naar buiten en zij kwamen achter mij aan. Eenmaal buiten struikelde ik. Eén van de mannen pakte mij vast bij mijn nek en probeerde me te wurgen en de anderen sloegen mij. Ik werd geslagen met vuisten en ik ben ook geschopt. Ik voelde de pijn op mijn borst.
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt op 6 januari 2019, voor zover inhoudende (p. 27-28):
Ik was op 6 januari 2019, omstreeks 02:30 uur aan het werk in restaurant Topkapi te Scheveningen. Ik zag dat een man mijn collega vastpakte. Ik kan de man beschrijven als een vrij forse man van Irakese afkomst, hij is ongeveer 190 cm lang en droeg een wit T-shirt. Hij heeft een korte donkere baard. Ik zag dat deze man mijn collega vastpakte bij zijn kleding in de buurt van zijn nek. Vrijwel meteen kwam er een tweede man aanlopen die ik kan omschrijven als, een vrij forse man van Irakese afkomst van ongeveer 180 cm lang met ook aan korte baard. Ik ken de mannen van eerdere bezoeken aan ons restaurant en weet dat deze twee mannen broers zijn. Ik zag dat de tweede man mijn collega vastpakte bij zijn hals. Ik zag dat een derde man zich bemoeide met het gevecht en een slaande beweging maakte met zijn armen in de richting van mijn collega die op de grond lag. Ik kan deze derde man omschrijven als een man van Irakese afkomst, hij was ongeveer 170 cm lang en had een korte baard. Hij droeg een grijs pak met zwarte puntschoenen en een zwarte coltrui onder zijn nette pak.Mijn collega wist op te staan en rende naar buiten rende. De drie mannen renden achter hem aan. Ik zag dat de eerste man mijn collega, met twee handen had vastgepakt bij zijn keel. Ik zag dat mijn collega deze man van zich af probeerde te duwen. Ik zag dat de eerste man en mijn collega een paar meter verderop op de grond vielen en toen zag ik dat de tweede en derde man er bovenop doken. De tweede man hield mijn collega ook vast bij zijn keel. De derde man schopte mijn collega meerdere keren over zijn hele lichaam. Ik denk ongeveer 5 tot 10 keer.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, bekijken camerabeelden Topkapi, opgemaakt op 6 januari 2019, voor zover inhoudende (p. 38-47):
Ik opende het bestand 'topkapi_01_20190106122912021' en zag het volgende:
- dat op de voorgrond een tafel, althans een bar is gesitueerd en dat daar twee mensen bij staan;
- dat op de voorgrond zich een man bevindt die ik herken als de verdachte [verdachte] . Ik herken deze verdachte aan zijn postuur: een fors postuur; aan zijn kleding: een blauw spijkerbroek en een zwart shirt met rondom de nek witte doodshoofden; aan zijn haar; kort opgeschoren zwart of donker haar.- dat [verdachte] met zijn linkerarm vier slaande bewegingen maakt richting het hoofd van een andere man (hierna: slachtoffer) en dat hij met zijn rechterarm het slachtoffer vast heeft, dan wel zijn rechterarm om het slachtoffer heeft;- dat de slaande bewegingen van [verdachte] het slachtoffer raken, op dan wel ter hoogte van de linkerschouder van het slachtoffer, dan wel op het hoofd van het slachtoffer;- dat [verdachte] vervolgens met zijn rechterarm, dan weer met zijn linkerarm, dan weer met zijn rechterarm hakkende bewegingen maakt richting het hoofd van het slachtoffer en het slachtoffer op zijn hoofd raakt;- dat een derde man aan de andere kant van het slachtoffer staat en het slachtoffer ook vast heeft. Deze man herken ik als de verdachte [medeverdachte 1] . Ik herken hem aan zijn gezicht: zijn donkere dikke wenkbrauwen, zijn zwarte baard en zijn grijze pak;- dat [medeverdachte 1] slaande bewegingen maakt met zijn rechterhand en daarbij in ieder geval een keer het achterhoofd van het slachtoffer raakt, waarna het slachtoffer met zijn hoofd naar voren gaat;
- dat achter het slachtoffer een vierde man staat. Ik herken deze man als de verdachte [medeverdachte 2] . Ik herken hem aan zijn forse postuur; aan zijn grote hoofd met onderkin; aan zijn zwarte baard en aan zijn kleding; een wit t-shirt met een afbeelding in de vorm van een schedel, in een verschillende bruintinten, althans donkere kleuren, op de rug en blauwe spijkerbroek;- dat [medeverdachte 2] het slachtoffer vasthoudt, waarna het slachtoffer voorover bukt;- dat de groep personen zich naar de uitgang beweegt.
Ik opende het bestand 'topkapi_07_20190106123446819' en zag het volgende:- dat [verdachte] met zijn rechtervuist meerdere malen een slaande beweging maakt en meerdere malen vol de linkerzijkant van het gezicht van het slachtoffer raakt, waarna het hoofd van het slachtoffer in dezelfde beweging naar rechts beweegt;
- dat [medeverdachte 2] het slachtoffer op datzelfde moment vasthoudt onder meer aan zijn arm vasthoudt;- dat [verdachte] meerdere malen met zijn beide armen hakkende bewegingen maakt richting het hoofd van het slachtoffer;
- dat het slachtoffer ineen duikt;- dat [verdachte] en [medeverdachte 2] weer in beeld komen en een stukje achteruitlopen, althans achteruit worden geduwd;- dat een man met op zijn rug 'hofstad security' [medeverdachte 1] vasthoudt, buik tegen buik, en vanaf links het restaurant induwt;
- dat [medeverdachte 1] zich losrukt, weer terug rent, bij zijn arm wordt gepakt, losrukt en links uit beeld verdwijnt.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, bekijken camerabeelden Kurhaus, opgemaakt op 6 januari 2019, voor zover inhoudende (p. 49-52):
- dat na 8:23 minuten afspeeltijd een groep personen de uitgang van Topkapi uit rent en dat deze personen zich ophouden schuin voor de deur van Topkapi;- dat iemand op de grond ligt, althans dat een hoofd en armen op de grond liggen en dat daarboven meerdere mensen staan;
- dat op een gegeven moment een man met lichte bovenkleding en een beige broek een andere man met een wit t-shirt van achteren bij zijn armen vasthoudt en hem wegtrekt van de groep mensen. Ik herken de man met het witte t-shirt als de verdachte [medeverdachte 2] . Ik herken hem aan zijn postuur, zijn buik die onder zijn shirt vandaan komt en aan zijn kleding: zijn opvallende t-shirt, wit van kleur met op de achterzijde afbeelding gelijkend op de vorm van een groot doodshoofd, een blauwe spijkerbroek en witte schoenen.- dat een andere man naar [medeverdachte 2] toe loopt. Ik herken deze man als de verdachte [verdachte] . Ik herken hem aan zijn postuur; een fors postuur, maar vooral aan zijn opvallende t-shirt; een zwart shirt met om zijn nek witte doodshoofden.