Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Tunesische eiser. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 20 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 2 april 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris twee gebreken heeft gemaakt: de te late uitreiking van het formulier M122 en de schending van de informatieplicht volgens artikel 5.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat het formulier inderdaad te laat is uitgereikt en dat de staatssecretaris niet volledig heeft voldaan aan zijn informatieplicht. Echter, de rechtbank oordeelt dat deze gebreken niet automatisch leiden tot onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de belangen van de staatssecretaris zwaarder wegen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende gronden zijn voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, maar heeft de staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 april 2024 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.