6.3.Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zijn ex-partner mishandeld in haar woning, de plek waar zij zich in het bijzonder veilig zou moeten kunnen voelen. Hierdoor heeft hij haar niet alleen pijn en letsel bezorgd, maar ook haar gevoel van veiligheid aangetast.
Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn ex-partner. Hij heeft haar met schokkende teksten bedreigd met de dood. De verdachte heeft haar daardoor schrik en angst aangejaagd.
De rechtbank acht het zorgelijk dat een langdurend conflict in de huiselijke sfeer, waarbij jonge kinderen zijn betrokken, is uitgelopen op twee strafbare feiten, en neemt de verdachte dit huiselijk geweld kwalijk.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 14 maart 2024, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld wegens soortgelijke feiten die zijn gepleegd tegen dezelfde ex-partner. Dat de verdachte zich nu weer ten opzichte van zijn ex-partner schuldig heeft gemaakt aan huiselijk geweld en bedreiging, acht de rechtbank verontrustend.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van de Pro Justitia-rapportages van dr. O.M. Guddat, psychiater, en drs. J. Stroink, arts in opleiding tot medisch specialist (psychiatrie), van
14 juli 2023 en van drs. G.J.J. Voorhorst, GZ-psycholoog, van 3 oktober 2023.
De psychiater en psycholoog (hierna: de deskundigen) hebben geconcludeerd dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van afhankelijkheid van cannabis (in lichte mate) en antisociale en narcistische trekken in de persoonlijkheid. Daarnaast zijn er duidelijke aanwijzingen voor een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een lichte verstandelijke beperking. Deze persoonlijkheidstrekken waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en beïnvloedden de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. De deskundigen adviseren om het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen aan de verdachte. Omdat er veel risicofactoren aanwezig zijn en slechts een beperkt aantal beschermende factoren, schatten de deskundigen de kans op recidive in als hoog. De deskundigen adviseren de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 23 april 2024, opgemaakt door [naam 2] , reclasseringswerker. De reclassering concludeert dat bij de verdachte sprake is van instabiliteit op de diverse leefgebieden, waaronder middelengebruik en psychosociaal functioneren, en schat het risico op recidive in als hoog. De reclassering adviseert geen tbs met voorwaarden op te leggen omdat de verdachte daar geen medewerking aan wenst te verlenen. Desondanks heeft de reclassering wel bijzondere voorwaarden opgesteld. De reclassering adviseert een contact- en gebiedsverbod als vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr, met dadelijke uitvoerbaarheid.
Deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden
Wat betreft de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ziet de rechtbank geen aanleiding om van de adviezen van de deskundigen, opgenomen in de Pro Justitia rapportages, af te wijken. De rechtbank zal de bewezen verklaarde feiten daarom in verminderde mate aan de verdachte toerekenen.
De rechtbank zal aan de verdachte niet de maatregel van tbs met voorwaarden opleggen. Naar het oordeel van de rechtbank is dat, alles afwegende, een te verstrekkende maatregel. De verdachte heeft zich gedurende de afgelopen veertien maanden grotendeels gehouden aan de voorwaarden die de rechtbank heeft verbonden aan de schorsing van de voorlopige hechtenis en hij heeft ook geen contact meer met zijn ex-partner, de aangeefster. De rechtbank ziet hierin voldoende aanknopingspunten om binnen het kader van een voorwaardelijk strafdeel een behandeling van de stoornissen en het terugdringen van het recidiverisico te verwezenlijken. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij zal meewerken aan een behandeling bij De Waag. De rechtbank is van oordeel dat die behandeling kan plaatsvinden in het kader van bijzondere voorwaarden, verbonden aan een voorwaardelijk strafdeel.
Alles afwegende zal de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 45 dagen, met aftrek van de voorlopige hechtenis, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Hieraan zal de rechtbank de volgende bijzondere voorwaarden verbinden: het meewerken aan reclasseringstoezicht, een ambulante behandeling, een middelenverbod inclusief het meewerken aan middelencontrole, en het meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind.
De rechtbank zal bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het daarop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
Gelet op de inhoud van de documentatie van de verdachte en van de Pro Justitia rapportages en het reclasseringsrapport is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan.
Vrijheidsbeperkende maatregelen
De rechtbank ziet, ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van (vergelijkbare) strafbare feiten, aanleiding om op grond van artikel 38v Sr vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen, te weten een contactverbod met zijn ex-partner/aangeefster [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 1990 in [geboorteplaats] (Suriname) en een locatieverbod, inhoudende in dat de verdachte zich niet binnen een straal van 250 meter van het adres [adres 2] , [postcode 2] [plaats] mag begeven.
De maatregelen gelden voor de duur van drie jaren en voor iedere keer dat de verdachte (een van) deze maatregelen overtreedt, zal vervangende hechtenis worden opgelegd voor de duur van een week, met een maximum van zes maanden.
De rechtbank zal de opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon.
Voorlopige hechtenis
Omdat de verdachte het onvoorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf al in voorarrest heeft doorgebracht, zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.