Op 3 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meermalen oplichting heeft gepleegd. De verdachte, geboren in Iran, heeft in de periode van 1 juli 2021 tot en met 3 september 2021 een woning in 's-Gravenhage aangeboden voor verhuur, terwijl hij daar niet gerechtigd toe was. Hij heeft meerdere slachtoffers, waaronder [naam 1] en [naam 2], misleid door hen te laten geloven dat hij de eigenaar van de woning was. De slachtoffers hebben huurcontracten getekend en borgsommen of huurbetalingen gedaan, variërend van € 650,- tot € 1.900,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte hen heeft rondgeleid in de woning en hen valse huurcontracten heeft overhandigd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, met een subsidiaire gevangenisstraf van 90 dagen. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoedingen van € 750,- aan [naam 1] en € 1.900,- aan [naam 2] te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbare positie van de slachtoffers in aanmerking genomen bij de strafoplegging.