ECLI:NL:RBDHA:2024:6722
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een civiele procedure zonder behandelend rechter
Op 2 mei 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend op 25 april 2024, voorafgaand aan de rolzitting van 2 mei 2024, in een civiele procedure tussen verzoekster en Stichting Woonpartners Midden-Holland. Verzoekster stelde dat de rechter in de hoofdzaak vooringenomen was, maar de wrakingskamer oordeelde dat er nog geen behandelend rechter was aangesteld, aangezien de hoofdzaak zich nog niet in de fase bevond waarin een rechter aan de zaak wordt toegewezen. De wrakingskamer benadrukte dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een rechter die de zaak inhoudelijk behandelt. Aangezien de hoofdzaak nog niet in die fase was, werd verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.