Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] B.V., h.o.d.n. [handelsnaam],
eisende partij,
gemachtigde: mr. [gemachtigde] ,
Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. C. Bruin.
1.Procedure
- de dagvaarding van 13 december 2023 met 18 producties;
- de conclusie van antwoord met 9 producties.
2.Feiten
Op 15 november 2021 heeft NN aan [eiseres] bericht dat de OVS niet van toepassing is.
mr. Gossens zich meldde namens [naam 2] met het verzoek de schade in behandeling te nemen op basis van de schuldloze derde-regeling. Daarop heeft NN nogmaals gemeld dat deze regeling volgens haar niet van toepassing is omdat niet bekend was of alle betrokken voertuigen in Nederlands waren verzekerd.
€ 15.000,00 ontvangt. Ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten is overeengekomen dat NN aan mr. Gossens een bedrag van € 5.750,00 vergoedt.
€ 1.750,00 aan [eiseres] betaald. [eiseres] heeft zijn resterende vordering aan buitengerechtelijke incassokosten daarna beperkt tot € 4.000,00.
3.Vordering, grondslag en verweer
4.Beoordeling
€ 4.000,00 aan buitengerechtelijke kosten te betalen. Voor de beantwoording van deze vraag is het volgende van belang. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:96 lid 2, onder b, BW komen alleen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking komen voor zover voldaan is aan de dubbele redelijkheidstoets. Dat wil zeggen dat om tot toewijzing van de vordering van [eiseres] te komen, moet worden beoordeeld of de door hem gemaakte kosten in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk waren om vergoeding van de door [naam 2] geleden schade te verkrijgen én of de omvang van de door [eiseres] voor die werkzaamheden in rekening gebrachte kosten redelijk is.
€ 5.750,00. [eiseres] stelt dat hij veel langer met het dossier bezig is geweest dan mr. Gossens zodat hij tenminste recht heeft op hetzelfde bedrag als mr. Gossens. Deze stelling gaat niet op. Het is voor de beoordeling van de redelijkheid van de gemaakte kosten namelijk niet van belang hoe lang het dossier in behandeling is geweest, maar welke werkzaamheden er zijn verricht. Overigens heeft NN gemotiveerd aangevoerd dat zij aan mr. Gossens een hoger bedrag aan kosten heeft vergoed dan aan [eiseres] omdat met haar, anders dan met [eiseres] , wel een inhoudelijke discussie is gevoerd en Gossens ook medische informatie heeft opgevraagd en overgelegd.
54 minuten. De aan het aanleggen van het dossier bestede tijd komt de kantonrechter niet onredelijk lang voor. De werkzaamheden die daarna in de periode tot 6 februari 2019, de datum waarop NN aansprakelijk werd gesteld, zijn verricht zien op correspondentie met AON, Dekra en ASR en [naam 2] . Onduidelijk is waarover precies met [naam 2] is gecommuniceerd aangezien zoals al gezegd, de onderliggende stukken ontbreken, maar aangezien NN op dat moment nog niet in beeld was gaat de kantonrechter er van uit dat die contacten zagen op de aansprakelijkstelling van AON, Dekra en ASR. De in die periode gedeclareerde handelingen komen daarom niet voor vergoeding door NN in aanmerking. Op 6 februari 2019 heeft [eiseres] NN aansprakelijk gesteld en vanaf die datum richtten de werkzaamheden zich voornamelijk tot NN, alhoewel er ook correspondentie is gevoerd met Stad Holland, AON en ASR. De tijd die is besteed aan het corresponderen met laatstgenoemde bedrijven kan naar het oordeel van de kantonrechter niet in rekening worden gebracht bij NN, de overige handelingen tot en met 29 mei 2019 komen wel voor vergoeding in aanmerking. In de periode van 6 februari 2019 tot en met 29 mei 2019 heeft [eiseres] 34x6 minuten, 2x12 minuten en 1x18 minuten aan de zaak besteed die (in ieder geval mogelijk) zijn te relateren aan NN. De kantonrechter acht deze tijdsbesteding niet onredelijk zodat in totaal in die periode dan ook
246 minutenvoor vergoeding door NN in aanmerking komen.
24 minuten.
€ 375,00 en later zelfs € 400,00, vermeerderd met aanvankelijk 6 en daarna 10% kantoorkosten, exclusief btw, declareert is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet redelijk.