ECLI:NL:RBDHA:2024:6702

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.9381
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met betrekking tot bedreigingen en verblijfsvergunning

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren op 19 mei 2004, heeft op 23 november 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 28 februari 2024 afgewezen, omdat de bedreigingen die eiser heeft ervaren niet geloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft het beroep op 26 maart 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.

Eiser heeft verklaard dat hij in Nederland is geboren en hier de eerste jaren van zijn leven heeft gewoond. Na de dood van zijn moeder in 2017 heeft zijn opa voor hem gezorgd, maar deze is later vermoord, wat leidde tot de bedreigingen die eiser heeft ervaren. De rechtbank oordeelt dat verweerder de bedreigingen door een gewapende groep mannen ongeloofwaardig heeft kunnen vinden, onder andere vanwege tegenstrijdige verklaringen van eiser over de dood van zijn opa en de bedreigingen zelf. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om zijn claims te onderbouwen.

De rechtbank concludeert dat verweerder niet ten onrechte heeft geoordeeld dat eiser geen reguliere verblijfsvergunning kan krijgen, omdat er geen sprake is van bijzondere individuele omstandigheden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiser af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.9381

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], V-nummer: [v-nummer], eiser

(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y. Verheugd).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser is geboren op 19 mei 2004 en heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Hij heeft op 23 november 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 28 februari 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 26 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, mr. S.A.M. Fikken als waarnemer voor de gemachtigde van eiser, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Hij is geboren in Nederland en heeft hier de eerste vijf à zes jaar van zijn leven gewoond samen met zijn moeder. Zij zijn toen voor een vakantie teruggekeerd naar Nigeria waar eisers moeder hun paspoorten is kwijtgeraakt. In 2017 is eisers moeder overleden. Hierna heeft zijn opa voor hem gezorgd. In 2022 is eisers opa bedreigd door een aantal mannen. Omdat zijn opa werd bedreigd, is eiser zelf ook bedreigd. Zijn opa is vermoord door deze mannen waarna eiser twee weken bij een vriend heeft verbleven. Vervolgens heeft een vriendin van zijn moeder hem geholpen om Nigeria te verlaten.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • bedreigingen door een gewapende groep mannen.
Verweerder heeft eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig gevonden. De bedreigingen heeft verweerder niet geloofwaardig gevonden. Uit de foto’s die eiser heeft overgelegd blijkt niet dat hij bedreigd is. Ook heeft hij geen documenten overgelegd ter onderbouwing van het overlijden van zijn opa. Daarnaast heeft eiser tegenstrijdig verklaard over de dood van zijn opa en baseert hij zijn stelling dat zijn opa is overleden door toedoen van de gewapende mannen enkel op het woord van de buren. Verder heeft eiser tegenstrijdig verklaard over de bedreigingen. Hij heeft ook niet inzichtelijk gemaakt dat hijzelf problemen heeft met de groep gewapende mannen door de problemen van zijn opa. Tot slot heeft eiser summier verklaard over de bedreigers en wat zij wilden van zijn opa. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser daarom afgewezen. Ook heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat eiser geen reguliere verblijfsvergunning krijgt omdat er geen sprake is van bijzondere individuele omstandigheden.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Ten eerste heeft verweerder de bedreigingen ten onrechte ongeloofwaardig gevonden. Eiser heeft namelijk in het nader gehoor voldoende duidelijk verklaard over de bedreigingen. Ook staat in het bestreden besluit ten onrechte dat eiser het overlijden van zijn opa enkel op het woord van zijn buren baseert. Hij heeft het dode lichaam van zijn opa gezien en is op de begrafenis geweest. Eiser vreest voor zijn leven doordat hij het naaste familielid is van zijn grootvader en de bendeleden bij herhaling hebben gezegd dat hij zijn grootvader naar de hemel zou volgen. Ten tweede heeft verweerder niet deugdelijk gemotiveerd waarom aan eiser geen reguliere verblijfsvergunning wordt verleend. Er is wel sprake van bijzondere individuele omstandigheden omdat eiser is geboren in Nederland en hier zes jaar lang rechtmatig verblijf heeft gehad.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank oordeelt dat verweerder de bedreigingen door een gewapende groep mannen ongeloofwaardig heeft kunnen vinden. Verweerder heeft onder andere kunnen stellen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de dood van zijn opa. Tijdens het gehoor bij de AVIM [1] heeft hij namelijk verklaard dat zijn opa is overleden bij een auto-ongeluk, terwijl hij in het nader gehoor verklaart dat zijn opa om het leven is gekomen door de gewapende groep mannen. Ook heeft verweerder eiser kunnen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over de bedreigingen. Eiser heeft bijvoorbeeld eerst verklaard dat de bedreigers dagelijks naar zijn opa kwamen en later verklaard dat de bedreigers maar drie keer langs kwamen. Daarnaast heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser summier verklaard heeft over de bedreigingen. Hij weet niet wie de bedreigers waren en wat de reden was dat zij zijn opa bedreigden. Ook heeft verweerder niet inzichtelijk kunnen vinden waarom de bedreigers het op eiser gemunt zouden hebben, nu de bedreiging in principe op zijn grootvader gericht was.
5.1.
De stelling van eiser dat in het bestreden besluit ten onrechte staat dat eiser het overlijden van zijn opa enkel op het woord van de buren baseert, leidt niet tot een ander oordeel. Hoewel gevolgd wordt dat eiser het overlijden van zijn opa niet enkel heeft gebaseerd op verklaringen van de buren, is bij deze stelling in het bestreden besluit verwezen naar het voornemen waarin staat dat eiser het overlijden van zijn opa
door toedoen van de gewapende groeperingenkel op het woord van de buren heeft gebaseerd. Verweerder heeft dit aan eiser kunnen tegenwerpen omdat hij verklaard heeft dat hij zelf niet aanwezig was op het moment dat zijn opa overleed.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eiser niet ten onrechte geen reguliere verblijfsvergunning heeft verleend vanwege een schrijnende situatie. [2] Verweerder maakt alleen gebruik van deze bevoegdheid wanneer sprake is van een schrijnende situatie die gelegen is in een samenstel van bijzondere omstandigheden die zich in Nederland voordoen, zoals ernstige medische problemen, overlijden in Nederland van een gezinslid, eerwraak of huiselijk geweld of traumatiserende ervaringen. In wat eiser heeft aangevoerd, namelijk dat hij in Nederland is geboren en hier zes jaar lang rechtmatig heeft verbleven, heeft verweerder geen samenstel van bijzondere omstandigheden hoeven zien.

Conclusie en gevolgen

7. Verweerder heeft de aanvraag niet ten onrechte afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond.
8. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel.
2.Artikel 3.6ba van het Vreemdelingenbesluit.