ECLI:NL:RBDHA:2024:669
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om private schulden te betalen in het kader van de hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om haar private schuld aan de Stichting Universitair Asiel Fonds (UAF) te betalen, beoordeeld. Eiseres, een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, had op 20 februari 2022 een schuldenlijst ingediend bij Sociale Banken Nederland (SBN), waarin een schuld van € 3.228,81 bij de UAF werd vermeld. De Belastingdienst weigerde echter de betaling van deze schuld, omdat deze niet voor 1 juni 2021 volledig opeisbaar was geworden, zoals vereist door het Besluit betalen private schulden.
De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, die stelt dat het vereiste van opeisbaarheid onevenredig hard is, vooral gezien het feit dat schulden bij de Dienst Uitvoering en Onderwijs (DUO) wel worden kwijtgescholden zonder dat aan deze eis wordt voldaan. De rechtbank wijst erop dat de regeling voor het overnemen van private schulden is bedoeld om gedupeerden een nieuwe start te bieden, en dat alleen opeisbare betalingsachterstanden en hoofdsommen worden overgenomen om te voorkomen dat gedupeerden in de problemen komen door incassomaatregelen.
De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst de schuld van eiseres terecht niet heeft overgenomen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde van opeisbaarheid. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat haar situatie zo schrijnend is dat toepassing van de hardheidsclausule gerechtvaardigd zou zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen vergoeding van haar proceskosten ontvangt en het betaalde griffierecht niet terugkrijgt.