ECLI:NL:RBDHA:2024:6645

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.6033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, was van mening dat zijn aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ten onrechte niet in behandeling was genomen. De Staatssecretaris had namelijk gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 12 maart 2024, waar de gemachtigde van de Staatssecretaris aanwezig was, is verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen. De rechtbank heeft telefonisch contact gehad met de gemachtigde van verzoeker, die aangaf geen contact meer te hebben met verzoeker en niet te weten waar hij verbleef. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft in de beroepszaak, die onder zaaknummer NL24.6032 liep, vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer had, wat ook van toepassing was op het verzoek om voorlopige voorziening. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier, en is bekendgemaakt op 15 maart 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.6033
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. de Jong).

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.6032, op 12 maart 2024 op zitting behandeld. De gemachtigde van verweerder is verschenen. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Tijdens de zitting heeft de rechtbank telefonisch contact gehad met de gemachtigde van verzoeker. De gemachtigde van verzoeker heeft toen toegelicht dat zij geen contact meer met verzoeker had en op dat moment niet wist waar hij verbleef.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
In de beroepszaak, zaaknummer NL24.6032, heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser geen
procesbelang meer heeft. Dit geldt ook voor het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om die reden niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2024 door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
15 maart 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.