ECLI:NL:RBDHA:2024:6632
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse staatsburger wegens dienstplichtontduiking
Op 26 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak van een Algerijnse eiser die een asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 22 maart 2024 afgewezen, met als reden dat de asielaanvraag ongegrond was. Eiser, die op 25 februari 2024 zijn aanvraag indiende, stelde dat hij zijn land had verlaten vanwege armoede, medische behandeling en de dienstplicht. Tijdens de zitting op 5 april 2024 werd het beroep van eiser behandeld door de rechtbank, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelde de beroepsgronden van eiser en concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen gegronde vrees voor vervolging bestond. De rechtbank baseerde haar oordeel op het thematisch ambtsbericht over dienstplichtontduiking in Algerije, waaruit bleek dat de Algerijnse autoriteiten dienstplichtontduikers niet consequent vervolgen. Eiser, ouder dan 30 jaar, viel bovendien onder een amnestieregeling die hem vrijstelde van de dienstplicht. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet verplicht was om nader onderzoek te doen naar de risico's voor eiser bij terugkeer naar Algerije, aangezien eiser geen individuele feiten had aangedragen die een ander oordeel rechtvaardigden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak werd gedaan door rechter J.F.I. Sinack en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.