Uitspraak
[eiser] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)
[eiseres], eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag de beroepen van eisers, een gezin van Azerbeidzjaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van hun asielaanvraag. Eisers hebben op 22 februari 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar deze aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 5 maart 2024 buiten behandeling gesteld. De rechtbank heeft op 16 april 2024 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
Eisers hebben eerder asielaanvragen ingediend die zijn afgewezen, en zij stellen dat zij vrezen voor vervolging door de Azerbeidzjaanse autoriteiten vanwege hun betrokkenheid bij demonstraties. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht de asielaanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat eisers niet de benodigde informatie hebben verstrekt over de documenten die zij hebben ingediend. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en dat de verzoeken om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank wijst erop dat eisers in Ter Apel een nieuwe complete asielaanvraag kunnen indienen als zij van mening zijn dat zij refugié sur place zijn geworden.
De rechtbank verwijst ook naar de Bahaddar-beoordeling, maar oordeelt dat deze niet van toepassing is, omdat de incomplete aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding en verklaart de beroepen ongegrond.