ECLI:NL:RBDHA:2024:6614

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.14287
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Syrische eiseres met verblijfsrecht in de Verenigde Staten

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een Syrische vrouw, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 15 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar deze is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 30 maart 2024 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 16 april 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

Eiseres, die in 2022 vanuit Syrië naar de Verenigde Staten is vertrokken en daar op basis van gezinshereniging verbleef, heeft asiel aangevraagd bij aankomst op Schiphol. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a van de Vreemdelingenwet, omdat de Verenigde Staten als een veilig derde land worden beschouwd. Eiseres betwist deze beslissing en stelt dat zij geen band heeft met de Verenigde Staten en dat haar situatie vergelijkbaar is met die van personen met ingetrokken toeristenvisa.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de Verenigde Staten als veilig derde land heeft aangemerkt. Eiseres heeft eerder legaal in de VS verbleven en heeft familie daar. De rechtbank concludeert dat eiseres toegang zal hebben tot de Verenigde Staten en dat zij daar recht heeft op opvang als asielzoeker. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.14287

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. H.C. van Asperen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. K.A. van Iwaarden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij heeft op 15 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 30 maart 2024 deze aanvraag in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder heeft tevens een terugkeerbesluit en inreisverbod van 2 jaar opgelegd.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 16 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Toma als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres heeft de Syrische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1963.
2.1.
Eiseres is in 2022 vanuit Syrië naar de Verenigde Staten vertrokken. Eiseres verbleef in de Verenigde Staten op basis van een verblijfsvergunning op grond van gezinshereniging bij haar zus (hierna Greencard). Op 15 maart 2024 heeft eiseres de VS verlaten. Aangekomen op het luchthaven van Schiphol heeft eiseres asiel aangevraagd.
Het bestreden besluit
3. Verweerder heeft de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c Vw. [1] Eiseres heeft namelijk een verblijfsrecht in de Verenigde Staten. De Verenigde Staten beschouwd verweerder als een veilig derde land waarmee eisers een zodanige band heeft dat het voor haar redelijk is om naar dat land te gaan.
Wat vindt eiseres?
4. Eiseres voert aan dat zij niet een zodanige band heeft met de Verenigde Staten dat het redelijk zou zijn dat zij terug kan gaan. Haar familieleden in de Verenigde Staten zaten niet op haar te wachten en ze was aan het vereenzamen en verkommeren. Omdat zij niet in de Verenigde Staten verbleef op grond van asiel, heeft eiseres geen recht op opvang of een uitkering. Daarnaast zal eiseres ook geen recht hebben op opvang. Eiseres verwijst hierbij naar informatiebericht 2020/1. [2] Verder stelt eiseres dat haar situatie vergelijkbaar is met de op bladzijde 4 van het informatiebericht genoemde ingetrokken toeristenvisa, omdat zij haar greencard en andere documenten heeft laten verscheuren. Eiseres stelt dat zij een aangifte moet overhandigen bij de aanvraag van een nieuwe greencard en dat zij bij een aangifte zal moeten vertellen over haar asielaanvraag. Via de aangifte zou de Amerikaanse overheid op de hoogte komen van haar asielaanvraag in Nederland en vervolgens haar verblijfsrecht intrekken.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Beoordelingskader
5. Ingevolge artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c Vw kan, kort gezegd, een aanvraag voor een asielvergunning voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk worden verklaard als een derde land voor de vreemdeling als een veilig land wordt beschouwd. De voorwaarden waaronder verweerder van dit artikel gebruikmaakt staan verder uitgewerkt in artikel 3.106a Vb. [3] Verweerder beoordeelt de aanvraag aan de hand van de beleidsregels in informatiebericht 2021/8. [4]
5.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op goede gronden de Verenigde Staten aangemerkt als een veilig derde land waarmee eiseres een zodanige band heeft dat het voor haar redelijk is om naar dat land terug te keren. Verweerder heeft daarbij terecht overwogen dat eiseres een band heeft met de Verenigde Staten. Zij heeft daar eerder verbleven met een legaal verblijfsrecht. Dat is volgens het beleid [5] van verweerder reeds voldoende om een band met de Verenigde Staten aan te nemen. Daarnaast heeft eiseres meerdere familieleden wonen in de Verenigde Staten, bij wie zij ook heeft verbleven. Dat eiseres zich te veel voelde bij haar familie, doet daar niet aan af. Eiseres voldoet dus aan twee voorwaarden van verweerders beleidsregels.
5.2.
Verder heeft verweerder ook aannemelijk gemaakt dat eiseres toegang zal worden verschaft tot de Verenigde Staten. Eiseres heeft immers nog altijd een verblijfsrecht in de vorm van een greencard. Eiseres heeft verklaard dat haar greencard een geldigheidsduur heeft van tien jaar. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat zij geen toegang zal krijgen. Allereerst gaat de verwijzing naar het informatiebericht 2020/1 over de Verenigde Staten niet op, omdat zij niet op een toeristenvisum de Verenigde Staten in zal reizen. Daarnaast kan zij een vervangende greencard aanvragen zonder aangifte te hoeven doen. Verweerder heeft onder verwijzing naar informatie van de Amerikaanse overheid er terecht op gewezen dat een aangifte alleen vereist is als de greencard is gestolen. [6] In het geval van eiseres is het document vernietigd. Eiseres hoeft bij aanvraag van een vervangende greencard daarom niet de Amerikaanse overheid te laten weten dat zij in Nederland een asielaanvraag heeft gedaan.
5.3.
Verder overweegt de rechtbank dat eiseres niet bedreigd wordt met refoulement, omdat zij een geldig verblijfsrecht heeft. Eiseres kan, indien zij dat wenst, bij de Verenigde Staten een asielaanvraag indienen. Weliswaar zijn de Verenigde Staten geen partij bij het Vluchtelingenverdrag, maar zij hebben zich wel aan de artikelen 2 tot en met 34 van dit verdrag geconformeerd. Ten aanzien van opvang heeft verweerder terecht gemotiveerd dat eiseres in de Verenigde Staten als asielzoeker recht heeft op opvang. Ter zitting heeft verweerder specifiek gewezen op de staten Washington en New York. Voor zover eiseres geen asielaanvraag in zou willen dienen, zou zij bij haar familie kunnen verblijven of werken om in haar onderhoud te kunnen voorzien. Eiseres heeft immers ook eerder tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten gewerkt, zoals ter zitting is gebleken. Dat haar schoonbroer haar op enig moment niet meer naar werk wilde brengen, doet hier niet aan af.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.
3.Vreemdelingenbesluit 2000.
4.
5.Paragraaf C2./6.3. Vreemdelingencirculaire 2000.
6.Informatie van de website van de Customs en Border Patrol,