ECLI:NL:RBDHA:2024:6605
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Somaliër die bedreigd wordt door Al-Shabaab vanwege werkzaamheden als cameraman
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, een Somalische nationaliteit hebbende cameraman, diende op 16 augustus 2022 een asielaanvraag in, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 februari 2024 werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 4 april 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft het bestreden besluit beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat hij bedreigd is door Al-Shabaab vanwege zijn werkzaamheden voor de Somalische overheid en een Turkse stichting. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij daadwerkelijk voor de Somalische overheid heeft gewerkt of dat hij bedreigd is door Al-Shabaab. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een risicogroep valt die bescherming behoeft.
De rechtbank wijst erop dat, hoewel eiser in een risicogroep kan vallen, hij niet met voldoende indicaties heeft aangetoond dat hij een gegronde vrees voor vervolging heeft. De bedreigingen zijn niet geloofwaardig geacht en er is geen andere onderbouwing voor zijn vrees voor vervolging. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser moet terugkeren naar Somalië en geen proceskostenvergoeding ontvangt.