ECLI:NL:RBDHA:2024:6601

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
NL24.6014
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse vrouw met problemen door Hausa-man en betrokkenheid bij IPOB

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 april 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse vrouw, die haar asielaanvraag had ingediend op basis van bedreigingen door een Hausa-man en haar betrokkenheid bij de Indigenous People of Biafra (IPOB). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres over haar problemen in Nigeria niet geloofwaardig waren. Eiseres had gesteld dat zij was gevlucht vanwege een Hausa-man die haar wilde dwingen tot een huwelijk en vanwege haar politieke activiteiten voor de IPOB. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende concrete en persoonlijke motieven had aangedragen voor haar lidmaatschap van de IPOB en dat haar verklaringen over de problemen met de Hausa-man vaag en algemeen waren. Bovendien had eiseres zich pas maanden na haar aankomst in Nederland gemeld voor asiel, wat ook tegen haar werkte. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris de aanvraag terecht had afgewezen en dat eiseres terug moest keren naar Nigeria. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en onderbouwde verklaringen in asielprocedures, vooral wanneer het gaat om politieke vervolging en persoonlijke bedreigingen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.6014

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nr.]
Mede namens haar minderjarige kinderen
[namen kinderen]
V-nummers: [V-nr.'s]
(gemachtigde: mr. M.C.M. van der Mark),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 29 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en P. Omsaye als tolk.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. Op 2 maart 2021 heeft zij een asielaanvraag ingediend (de aanvraag). Als reden voor de aanvraag heeft zij opgegeven dat zij uit Nigeria is gevlucht vanwege een Hausa-man die met haar wil trouwen, wat eiseres heeft geweigerd. Deze man had aan haar moeder geld geleend, zodat die de studie van eiseres kon betalen. Als tweede reden voor het vertrek uit Nigeria heeft eiseres aangevoerd dat zij wordt gezocht door het leger vanwege haar politieke activiteiten voor de Indigenous People of Biafra (IPOB).
2. Verweerders besluit van 24 augustus 2022 tot afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond is op 23 mei 2023 door de rechtbank vernietigd [1] . Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat verweerder ten onrechte aan eiseres had tegengeworpen dat zij onduidelijk had verklaard over de geldlening en tegenstrijdig was geweest over bedreigingen. Daarnaast had verweerder de ter ondersteuning van het relaas overgelegde brief van de IPOB van 25 augustus 2022 onvoldoende gemotiveerd beoordeeld.
3. In het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag opnieuw afgewezen als kennelijk ongegrond omdat hij de hiervoor gestelde problemen in Nigeria niet geloofd en eiseres zich na aankomst in Nederland niet meteen heeft gemeld als asielzoekster.
De problemen met de Hausa-man.
4. Verweerder overweegt in het bestreden besluit dat van eiseres als hoogopgeleide vrouw mag worden verwacht dat zij duidelijke verklaringen aflegt. De verklaringen van eiseres over haar problemen met de Hausa-man zijn volgens verweerder – over het geheel bezien – echter vaag en algemeen. De verplichting tot terugbetalen van het geleende geld zou nog steeds spelen, maar eiseres heeft niets verklaard over hoe het verder is geregeld. Ook lijkt het verweerder niet aannemelijk dat de Hausa-man nog steeds op eiseres zou wachten terwijl hij weet dat zij niet in Nigeria is. Eiseres stelt verder dat haar moeder vanwege de schuld wordt bedreigd door de Hausa-man, maar eiseres heeft ook verklaard dat zij haar moeder hier niet meer naar vraagt omdat zij het niet interessant vindt om hierover door te vragen. Ten slotte is eiseres vaag gebleven over de onmogelijkheid van een andere oplossing, zoals het trouwen met haar huidige partner. Ze geeft enkel aan dat dit niet kan omdat haar stam ( [naam stam] ) hierover gaat, terwijl anderzijds uit haar verklaringen volgt dat ook haar moeder betrokken is bij een huwelijk.
5. Eiseres voert hiertegen aan dat verweerder voor het eerst in het bestreden besluit tegenwerpt dat haar verklaringen over de problemen met de Hausa-man vaag en algemeen zijn. Eiseres is in haar zienswijze ingegaan op de tegenwerpingen zoals die zijn opgenomen in het voornemen en daarop heeft verweerder niet gereageerd in het bestreden besluit. Dit geldt ook voor de tegenwerping dat eiseres niets heeft verklaard over de terugbetaling van de schuld en hoe het verder is geregeld. Eiseres stelt vast dat zij hiernaar ook niet is gevraagd. Verweerder werpt ten onrechte tegen dat zij haar moeder niet meer heeft gevraagd naar de problemen met de Hausa-man. Eiseres heeft namelijk uitgelegd dat dit verband houdt met de ziekte van haar moeder die bedreigd wordt door juju/zwarte magie. Op grond van de WI 2014/10 hoort rekening te worden gehouden met de culturele achtergrond van eiseres. Verweerder oppert ten onrechte dat eiseres zou kunnen trouwen met haar huidige partner, aangezien de kinsmen daarover gaan. Voor zover pas in het bestreden besluit wordt opgemerkt dat zij niet spreekt over andere oplossingen, stelt eiseres dat zij daar ook niet naar is gevraagd.
6. De rechtbank overweegt dat verweerder bij het nemen van een nieuw besluit op de aanvraag gebonden was aan de rechterlijke beoordeling van de vernietigde beslissing en de daarin opgenomen tegenwerpingen. Verder stond het verweerder vrij om zijn besluit te voorzien van een andere motivering, zoals verweerder in dit geval ook heeft gedaan. Het is verweerder eveneens toegestaan om zijn motivering aan te passen in reactie op de zienswijze. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit uitgebreid heeft gemotiveerd waarom volgens hem sprake is van vage en summiere verklaringen over de problemen met de Hausa-man. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het verslag van het nader gehoor en aanvullend gehoor dat eiseres voldoende gelegenheid is geboden om hierover inzichtelijk te verklaren. Met name blijkt uit de verslagen ook dat eiseres is gevraagd naar de gang van zaken nadat de niet ingeloste schuld zou zijn ontstaan. Verweerder stelt terecht dat eiseres het verband tussen (de oorzaak van) de ziekte van haar moeder en het niet vragen naar de laatste stand van zaken niet inzichtelijk heeft gemaakt. Het volstaat niet om in algemene zin te verwijzen naar een culturele achtergrond. In dit verband heeft verweerder ook kunnen tegenwerpen dat niet is gebleken dat eiseres concreet heeft gekeken naar eventuele andere oplossingen, waaronder een huwelijk met haar huidige partner. Gelet op voorgaande tegenwerping heeft verweerder de verklaringen van eiseres over de problemen met de Hausa-man niet ten onrechte als niet geloofwaardig aangemerkt.
Politieke activiteiten en problemen hierdoor vóór vertrek uit Nigeria.
7. Verweerder vindt het ongerijmd dat eiseres stelt te worden gezocht als lid van het IPOB, terwijl zij enkele maanden voor haar vertrek uit Nigeria nog een paspoort heeft verkregen, dat zij persoonlijk heeft opgehaald en waarmee zij legaal en gecontroleerd is uitgereisd. Ook is eiseres wisselend in haar verklaringen of de Nigeriaanse autoriteiten weten dat zij lid is van IPOB. Eiseres heeft verder oppervlakkig verklaard over haar reden om zich aan te sluiten bij de IPOB. Daarbij mag volgens verweerder van eiseres worden verwacht zij gedetailleerder kan verklaren, nu zij stelt dat zij een belangrijke rol als assistent-secretaris had. Daarnaast kan niet worden gevolgd dat eiseres niet zou hebben geweten van de risico’s van haar lidmaatschap voordat zij zich aansloot en daar ook niet over had nagedacht zoals zij meermaals heeft verklaard. Eiseres heeft ongerijmd verklaard door enerzijds te stellen dat zij alleen al vanwege haar etniciteit herkenbaar is als aanhanger van de IPOB en dat zij gedurende twee weken moest onderduiken toen de militairen haar dorp binnenvielen, terwijl zij anderzijds verklaart dat problemen bij een confrontatie met militairen konden worden voorkomen door simpelweg het lidmaatschap van de IPOB te ontkennen.
8. Eiseres vindt het niet zorgvuldig dat voor het eerst in het bestreden besluit de geloofwaardigheid van het lidmaatschap van de IPOB is beoordeeld. Met de tegenwerping dat eiseres legaal kon uitreizen en haar paspoort in Lagos heeft opgehaald, miskent verweerder dat eiseres te vrezen heeft voor de autoriteiten in haar eigen dorp. Ook miskent verweerder dat het conflict met de IPOB in 2020 verder is aangescherpt.
Verweerder motiveert onvoldoende waarom eiseres volgens hem summier en niet gedetailleerd heeft verklaard over haar beweegredenen om lid te worden van de IPOB . Verweerder gaat ten onrechte niet in op de vele verklaringen van eiseres over haar werkzaamheden als adjunct-secretaris van de IPOB in Ubakaa en haar deelname aan demonstraties en rally’s. Over de risico’s van het lidmaatschap stelt eiseres dat zij destijds jong en strijdvaardig was, dat de IPOB pas na haar aansluiting tot terroristische organisatie is verklaard en dat zij zich na de inval van het leger in haar dorp niet meer met de IPOB heeft beziggehouden. Zij heeft zich na haar terugkeer noodgedwongen stilgehouden. Het is daarom niet ongerijmd hoe eiseres heeft verklaard over een eventuele confrontatie met militairen na haar terugkeer in het dorp. Ten slotte blijkt uit het bestreden besluit volgens eiseres niet hoe haar verklaringen wegen die overeenkomen met de landeninformatie over Nigeria.
9. De rechtbank overweegt dat verweerder heeft kunnen tegenwerpen dat de wijze waarop eiseres stelt te zijn uitgereisd, afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de door haar gestelde vrees. Daarbij volgt uit haar verklaringen niet zozeer dat zij vreest voor lokale machthebbers, maar voor het leger, dus de nationale autoriteiten van Nigeria. De door eiseres gestelde verdere aanscherping van het conflict met de IPOB in 2020 laat onverlet dat eiseres onder meer heeft verklaard dat zij bekend is of herkenbaar is als politieke opposant en dat zij om die reden in 2017 heeft moeten onderduiken. Verweerder heeft terecht opgemerkt dat dit haaks staat op het feit dat eiseres daarna, in de periode tot haar vertrek geen problemen heeft gehad en legaal en gecontroleerd heeft kunnen vertrekken.
Verweerder mocht verder van eiseres verwachten dat zij concrete persoonlijke motieven kan aandragen voor het besluit om zich bij IPOB aan te sluiten, zeker omdat zij stelt dat zij behoort tot het lokale kader van deze organisatie. Wat eiseres hierover heeft weten te verklaren heeft verweerder niet ten onrechte aangemerkt als oppervlakkig en niet persoonlijk. Eiseres volstaat namelijk met verklaringen die verwijzen naar de algemene kwestie over Biafra.
Voor zover het gaat over de risico’s die verbonden waren aan het toetreden tot de IPOB in 2016, heeft verweerder gewezen op de verklaring van eiseres dat zij toen niet wist van de risico’s. Verweerder stelt niet ten onrechte dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van eiseres, gelet op de stand van zaken in het conflict met de IPOB op dat moment.
Verweerder heeft de politieke activiteiten van eiseres, waaronder haar lidmaatschap van de IPOB, en de in verband hiermee gestelde problemen voor haar vertrek uit Nigeria niet ten onrechte ongeloofwaardig bevonden, gelet op wat in dit verband is tegengeworpen. De omstandigheid dat eisers daarnaast verklaringen heeft afgelegd die passen in het algemene beeld van de situatie in Biafra, leidt niet tot een andere conclusie.
Politieke activiteiten in Nederland en problemen bij terugkeer.
10 Volgens verweerder heeft eiseres wisselend verklaard over haar lidmaatschap van de IPOB in Nederland. Zij heeft haar gestelde lidmaatschap ook niet weten te onderbouwen met de door haar overgelegde documenten. Volgens verweerder is het niet aannemelijk dat eiseres bij terugkeer naar Nigeria problemen heeft te verwachten vanwege haar politieke overtuiging als sympathisant van de IPOB. Uit landeninformatie volgt dat het afhangt van de mate waarin iemand voor de samenleving zichtbaar actief is of de autoriteiten optreden tegen iemand uit Biafra. Eiseres heeft in Nederland alleen Zoom-bijeenkomsten gevolgd, zonder dat zij een functie of rol heeft in de organisatie. Uit algemene bronnen blijkt dat het enkel hebben van opvattingen over Biafra, het sympathiseren met IPOB of het behoren tot de Igbo niet leidt tot gerechtvaardigde vrees.
11. Eiseres verwijst naar de door haar overgelegde documenten. De brief van 25 augustus 2022 is volgens haar ten onrechte niet kenbaar meegenomen in de beoordeling. De bewijzen van contributiebetalingen zijn aanvullend bewijs. Het is voor haar niet inzichtelijk waarom haar activiteiten in Nigeria, noch haar lidmaatschap in Nederland geloofwaardig zijn gevonden en haar activiteiten in Nederland wel. Verweerder erkent dat eiseres een politieke overtuiging heeft. Zij heeft verklaard dat zij bij terugkeer in Nigeria hetzelfde wil doen als in Nederland, namelijk het bijwonen van bijeenkomsten. Hierdoor loopt zij bij terugkeer risico op vervolging.
12. De rechtbank overweegt dat verweerder in het voornemen voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres wisselend heeft verklaard over het lidmaatschap van de IPOB in Nederland. Naar het oordeel van de rechtbank stelt verweerder zich verder terecht op het standpunt dat het gestelde lidmaatschap niet alsnog aannemelijk is op grond van die documenten. De brieven van de Europe Continental Representatieve van IPOB van 25 augustus 2022 en van Biafra Republic Government in Exile van 28 maart 2024 zijn opgesteld op verzoek van eiseres ter ondersteuning van haar beroep. Zij heeft zich pas jaren na haar asielaanvraag tot deze organisaties gewend. De in de brieven gestelde achtergrondinformatie over eiseres is gebaseerd op haar opgave, zo volgt uit haar verklaringen tijdens het aanvullend gehoor. Verdere bewijzen van een lidmaatschap of activiteiten heeft eiseres niet overgelegd. Voor het overige bevatten beide brieven hoofdzakelijk algemene verwijzingen naar het conflict inzake Biafra. Dat de genoemde instanties zelfstandig zouden beschikken over de persoonlijke informatie over eiseres, heeft zij niet weten te onderbouwen. Uit de getoonde kopieën van betalingsbewijzen volgt niet dat deze zien op contributie vanwege lidmaatschap. De verdere achtergrond ervan is door eiseres niet opgehelderd.
13. Uit de verklaringen van eiseres tijdens het aanvullend gehoor volgt dat zij in Nederland niet actief is geweest voor IPOB. Wel wordt aangenomen dat zij heeft deelgenomen aan Zoombijeenkomsten, zonder dat zij daarbij enige rol heeft gehad. Zoals verweerder heeft gemotiveerd leidt de omstandigheid dat eiseres haar politieke activiteiten zegt te willen voortzetten bij terugkeer in Nigeria dan niet tot een gegronde vrees voor vervolging of ernstige schade. Dat eiseres op andere manieren actief zou zijn geweest, heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
Afwijzing van de aanvraag als kennelijk ongegrond.
14. Verweerder heeft overwogen dat eiseres zich op 18 november 2018 in Nederland is aangekomen en zich pas op 16 maart 2019 heeft gemeld voor asiel. Zij heeft zich daarom niet onverwijld gemeld.
15. Eiseres stelt dat haar ten onrechte wordt verweten dat zij zich niet onmiddellijk heeft gemeld. Zij voert hierbij aan dat zij tijdens haar vlucht geheel afhankelijk was van haar begeleider die haar naar België bracht. Eiseres is naar Amsterdam vertrokken, maar wist nog niet wat asiel was. Vanuit Amsterdam is zij meegenomen door een mensensmokkelaar en kwam zij in Italië terecht in de prostitutie.
16. De rechtbank stelt vast dat als zodanig niet is bestreden dat eiseres zich niet onverwijld heeft gemeld voor het doen van haar asielaanvraag. Wat eiseres heeft aangevoerd leidt niet tot de conclusie dat verweerder de aanvraag gelet hierop niet heeft kunnen afdoen als kennelijk ongegrond. Eiseres stelt dat zij is vertrokken uit Nigeria omdat zij bescherming zocht tegen de door haar gestelde problemen. Dat zij niet bekend zou zijn met het fenomeen asiel doet er dan niet aan af dat van haar verwacht kon worden dat zij zich direct na aankomst in Nederland meldde bij de autoriteiten.
Conclusie en gevolgen
17. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en eiseres moet terugkeren naar Nigeria. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, NL22.10435, ECLI:NL:RBAMS:2023:3852.