Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
(…)
9 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter een verstekvonnis gewezen, waarvan de inhoud hierna wordt toegelicht. Op 12 februari 2024 is het verstekvonnis aan [de vrouw] betekend. Op diezelfde dag is het dienstverband van [de vrouw] bij Optimal beëindigd.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil (in verzet)
Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet toegestaan om gedurende een periode van 12 maanden na beëindiging van het dienstverband binnen een afstand (straal) van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever, in enigerlei vorm een onderneming gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van de werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect. Het is de werknemer in die periode evenmin niet toegestaan om in een dergelijke onderneming enig aandeel of belang te hebben, noch is het de werknemer niet toegestaan om bij of voor een dergelijke onderneming werkzaam te zijn, al dan niet in dienstbetrekking.”
21 februari 2024 ten laste van [de vrouw] conservatoir (derden)beslag heeft gelegd onder de ING bank. Op grond van artikel 705 lid 2 Rv wordt een gelegd conservatoir beslag onder meer opgeheven als summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt. Volgens vaste rechtspraak ligt het op de weg van degene die opheffing van het conservatoire beslag vordert (in dit geval [de vrouw] ) om, met inachtneming van de beperkingen van een kort geding, aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger (Euro Werk) gepretendeerde vordering ondeugdelijk is of dat het voortduren van het beslag om andere redenen niet kan worden gerechtvaardigd. De vordering van [de vrouw] tot opheffing van het beslag doorstaat deze toets naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet.
9 februari 2024. Nu het verstekvonnis van 9 februari 2024, zoals hierna zal blijken, zal worden vernietigd, komt daarmee ook de grondslag voor het executoriale beslag te vervallen. Daarom zal de voorzieningenrechter, voor zover nodig, het executoriale beslag op de auto van [de vrouw] opheffen.