Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[de werkgever] B.V.,
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
- Op dinsdag 19 september jl.(bedoeld is kennelijk: 19 december 2023)
ben je aangesproken door jouw Teamleider [teamleider] over het feit dat je al een aantal keer te lang pauze hebt genomen en niet tijdig weer op je werkplek was. (…) - Hierop reageerde je erg fel door naar een collega toe te lopen, waarvan jij dacht dat hij over jou geklaagd had, en zwaaide dreigend met je mes dicht bij zijn gezicht. Vanuit een schrikbeweging sloeg deze collega met zijn staal je mes weg, waarna je vervolgens jouw staal na hem toe gooide. Hierop trok jij vervolgens weer je andere mes uit je messenkort, stapte van het bordes af en liep met 2 messen dreigend op deze collega af. Hierop spongen een aantal collega’s tussen jullie beiden en werd je vervolgens van de werkvloer gehaald.
- (…) Uitgangspunt is dat wij voor iedereen een veilige werkomgeving moeten kunnen garanderen. De eventuele gevolgen als de “grenzen” worden overschreden zijn, namelijk niet te overzien. Je emoties uiten door met messen in de buurt van het gezicht van collega’s dreigend te zwaaien als je het ergens niet mee eens bent, kunnen wij derhalve niet tolereren.
Op dinsdag 19 december jl. aan het einde van de ochtend heb ik [leidinggevende] (…) geïnformeerd dat mevrouw [de werknemer] al een aantal keer te lang pauzes had genomen (…). Ik had zelf mevrouw [de werknemer] al een aantal maal hierop aangesproken, maar dit hielp niet. (…) Vanaf mijn werkplek (ik stond aan de rechterkant aan de baan naast/beneden het bordes van mevrouw [de werknemer] ) zag ik dat [leidinggevende] mevrouw [de werknemer] aansprak, waarna mevrouw [de werknemer] opvallend fel/agressief werd. (…) Tegelijkertijd was ik mijn werkzaamheden aan de baan aan het uitvoeren. Hierbij draaide ik me om en schrok opeens van haar mes die op een paar centimeter van mijn gezicht was verwijderd. Daarop duwde ik uit een schrikbeweging met mijn staal haar hand/arm weg, zodat haar mes uit mijn gezicht werd verwijderd. Vervolgens maakt zij een zwaai-/slaanbeweging met haar mes richting mij en [leidinggevende] . Daarop stapten wij beiden naar achteren en heb ik direct mijn eigen mes en staal in mijn messenkorf gedaan (…). Vervolgens gooide mevrouw [de werknemer] haar aanzetstaal richting mijn hoofd die ik maar net kon ontwijken. Daarop stapte zij van het bordes en zag dat zij met 2 messen in haar hand naar mij toe liep. Op dat moment sprongen gelukkig [leidinggevende] (…) en [collega 2] (…) tussen ons beiden in. (…) Deze verklaring heb ik mondeling afgelegd tegenover [HR-manager] . Hij heeft de verklaring op papier gezet, die ik heb ondertekend nadat ik de verklaring heb doorgelezen om te zien of de inhoud klopt.
Op dinsdag 19 december jl. aan het einde van de ochtend, werd door [collega 1] (…) aangegeven dat mevrouw [de werknemer] al een aantal keer te lang pauze had genomen (…). Naar aanleiding van dit signaal heb ik, na overleg met mijn Teamleider [teamleider] , mevrouw [de werknemer] daarop aangesproken. Hierop reageerde mevrouw [de werknemer] erg fel/agressief. Zij liep direct naar haar collega ( [collega 1] ) toe en zwaaide dreigend met haar mes dicht bij zijn gezicht. Vanuit een schrikbeweging sloeg [collega 1] met zijn staal haar mes weg. Hierop gooide mevrouw [de werknemer] vervolgens haar staal naar hem toe en kon deze maar net ontwijken. Vervolgens trok mevrouw [de werknemer] haar andere mes uit haar messenkorf, stapte van het bordes (haar werkplek) af en liep met 2 messen dreigend op [collega 1] af. Op dat moment sprongen een aantal collega’s ( [collega 2] , [leidinggevende] en ikzelf) tussen hen beiden en hebben we mevrouw [de werknemer] van de werkvloer gehaald (…) Deze verklaring heb ik mondeling afgelegd tegenover [HR-manager] . Hij heeft de verklaring op papier gezet, die ik heb ondertekend nadat ik de verklaring heb doorgelezen om te zien of de inhoud klopt.
Op dinsdag 19 december jl. aan het einde van de ochtend, hoorde ik rumoer, keek om en zag mijn collega’s [leidinggevende] (…) en [collega 2] (…) mevrouw [de werknemer] en [collega 1] uit elkaar probeerde te halen. Ik liep er direct op af en probeerde de boel te sussen. Vervolgens heb ik haar van de werkvloer gehaald (…) Vervolgens heb ik [HR-manager] (…) geïnformeerd, waarna een gesprek heeft plaatsgevonden tussen mij en mevrouw [de werknemer] . Hierbij heeft [medewerker Slacht Wit] als tolk fungeerd (…). Mevrouw [de werknemer] gaf in het 3-gesprek aan dat zij boos werd, omdat ze het niet collegiaal vond dat een collega haar had “verlinkt” bij haar leidinggevende. In haar ogen was ze niet te laat en vond ze deze berisping niet terecht. Door haar boosheid wilde ze verhaal halen bij [collega 1] , wat vervolgens uit de hand liep. Ze had spijt dat ze in al haar woede met haar aanzetstaal had gegooid en met messen had lopen zwaaien. (…) Deze verklaring heb ik mondeling afgelegd tegenover [HR-manager] . Hij heeft de verklaring op papier gezet, die ik heb ondertekend nadat ik de verklaring heb doorgelezen om te zien of de inhoud klopt.
Vanaf een afstandje hoorde ik een medewerker van Slacht Wit (mevrouw [de werknemer] ) schreeuwen/kabaal maken richting [collega 1] . Hierbij zwaaide zij met haar mes richting [collega 1] waarbij het mes op een paar centimeter van het gezicht van [collega 1] kwam. Ik zag [collega 1] schrikken en met zijn staal haar hand/arm wegslaan, zodat haar mes uit zijn gezicht werd verwijderd. Vervolgens maakte zij nogmaals een zwaai-/slaanbeweging met haar mes richting [collega 1] . Daarop zag ik dat [collega 1] naar achteren stapte. Vervolgens gooide mevrouw [de werknemer] haar aanzetstaal richting het hoofd van [collega 1] die hij nog maar net kon ontwijken. Daarna stapte zij met 2 messen in haar hand van het bordes af en liep weer naar [collega 1] toe. Op dat moment zag ik dat [leidinggevende] er tussen sprong (…) Deze verklaring heb ik mondeling afgelegd tegenover [HR-manager] . Hij heeft de verklaring op papier gezet, die ik heb ondertekend nadat ik de verklaring heb doorgelezen om te zien of de inhoud klopt.
Vanwege een voorval tussen 2 collega’s (mevrouw [de werknemer] en [collega 1] ) op dinsdag 19 december 2023, werd ik door mijn Teamleider [teamleider] verzocht als tolk bij een gesprek aan te schuiven. Mevrouw [de werknemer] spreekt namelijk Kaapverdisch en ik spreek beide talen (zowel Kaapverdisch als Nederlands). (…) Mevrouw [de werknemer] gaf aan dat ze boos werd, omdat ze het niet collegiaal vond dat een collega haar had “verlinkt” bij haar leidinggevende. In haar ogen was ze niet te laat en vond ze deze berisping niet terecht. Zij gaf aan dat [collega 1] vanaf zijn werkplek haar uitdaagde om naar hem toe te komen. Door haar boosheid ging ze hierop in en ging zij dus verhaal halen bij [collega 1] wat vervolgens uit de hand liep. Ze had spijt dat ze met haar aanzetstaal had gegooid en met messen had lopen zwaaien. (…) Deze verklaring heb ik mondeling afgelegd tegenover [HR-manager] . Hij heeft de verklaring op papier gezet, die ik heb ondertekend nadat ik de verklaring heb doorgelezen om te zien of de inhoud klopt.
Op 19 december 2023 ik (…), na terugkomst van mijn lunchpauze van 20 minuten, daarna ging [de werknemer] naar de pauze, waar ze de 20 minuten zou over doen, maar zes minuten eerde Kwam ze terug van haar pauzen. Gelijk daarna vroeg ik aan [de werknemer] waarom ze eerde terug is gekomen van haar pauze , en ging naar het perron, waar het allemaal begonnen was. Onze collega [collega 1] , sprak haar meteen met kwaadaardige en arrogante woorden, die op zijn beurt onze supervisor [leidinggevende] ging informeren, zonder het te beseffen wat er was gebeurt [de werknemer] voelde zich aangevallen door [collega 1] meteen werd ze aangevallen met een scherp voorwerp en hij sneed [de werknemer] ’s haar hand af, [collega 1] zei met een onmenselijke houding tegen [de werknemer] ze werd bang en gekwetst, ze had op dat moment had ze een mes in haar handen toen liep ze grlijk naar beneden van haar peron af ,maar op geen enkel moment kwamen ze naar elkaar toe.
.Voor de stelling van [de werknemer] dat niet zij, maar [collega 1] het incident heeft uitgelokt, doordat hij zich agressief jegens haar heeft opgesteld en naar haar toe is gekomen, is alleen steun te vinden in verklaringen van [de werknemer] en [collega 3] . Hun verklaringen wegen naar het oordeel van de kantonrechter niet op tegen de verklaringen van [collega 1] , [leidinggevende] , [teamleider] , [collega 2] en [medewerker Slacht Wit] . Voor de stelling van [de werknemer] , dat [collega 1] haar heeft verwond, is eveneens alleen steun te vinden in haar eigen verklaring en de verklaring van [collega 3] , waarbij overigens niet volledig is uit te sluiten dat [collega 1] bij het afweren van [de werknemer] met zijn aanzetstaal haar hand heeft geraakt. Of zij daardoor is verwond en zo ja, wat de aard en ernst van die verwonding is geweest, is echter niet gebleken. De stelling van [de werknemer] , dat de door [de werkgever] in het geding gebrachte getuigenverklaringen niet betrouwbaar zijn, omdat deze afkomstig zijn van werknemers van [de werkgever] en zij zijn opgetekend door haar HR manager, volgt de kantonrechter niet. Aangenomen mag worden dat de getuigen hebben verklaard wat zij hebben waargenomen en dat de HR manager heeft genoteerd wat zeiden, tenzij er voldoende aanwijzingen zijn om daaraan te twijfelen. Die aanwijzingen zijn er echter niet.