ECLI:NL:RBDHA:2024:6569
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag om uitstel van vertrek, welke was afgewezen door de staatssecretaris op 16 januari 2024. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Echter, op dezelfde dag heeft de rechtbank in een andere zaak (zaaknummer AWB 24/735) uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.