Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[pleegouder 2],
1.Het verloop van de procedure
- [naam 1] en [naam 2] , namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder, bijgestaan door een tolk;
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 4 april 2024, is een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die zich positief heeft ontwikkeld tijdens een eerdere gesloten plaatsing. De minderjarige verblijft sinds kort bij haar moeder, wat voorspoedig verloopt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is om de minderjarige bij de moeder te laten wonen, zonder dat de moeder gezag heeft. De komende periode zal worden bekeken of er een verzoek tot herstel van het gezag van de moeder zal worden ingediend.
De procedure begon met een verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die de machtiging tot uithuisplaatsing vroeg voor de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de relevante stukken en de mondelinge behandeling in overweging genomen, waarbij de pleegouders, de moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter heeft de minderjarige ook zelf gehoord.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat de ontwikkeling van de minderjarige tijdens de gesloten plaatsing positief is geweest. Er zijn zorgen geuit over de mogelijke negatieve invloed van de zus van de minderjarige, die ook onder toezicht staat. De kinderrechter heeft besloten dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 11 april 2024.