ECLI:NL:RBDHA:2024:6546

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
C/09/662891 / JE RK 24-447
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 4 april 2024, wordt een voorwaardelijke machtiging verleend voor de opname van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De minderjarige, geboren in 2007, verblijft momenteel in een semi-zelfstandige woning en ontvangt daar zestien uur per week begeleiding. De kinderrechter oordeelt dat de voorwaardelijke machtiging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige naar volwassenheid, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich moet houden aan duidelijke huisregels en voorwaarden die zijn opgenomen in het hulpverleningsplan. De minderjarige heeft ingestemd met de voorwaarden van de voorwaardelijke machtiging, die onder andere vereisen dat zij vierentwintig uur per week dagbesteding heeft en dat zij zich houdt aan de regels omtrent middelengebruik. De kinderrechter benadrukt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige te behandelen, en dat de gesloten accommodatie noodzakelijk is om te voorkomen dat zij zich onttrekt aan de jeugdhulp. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/662891 / JE RK 24-447
Datum uitspraak: 4 april 2024
Beschikking van de kinderrechter over een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. L.P. Lagerweij te Delft.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de pleegmoeder],
hierna te noemen: de pleegmoeder,
wonende te [geboorteplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 13 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 april 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met haar advocaat;
  • [naam 1] en [naam 2] , namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam 3] , namens Horizon.
De pleegmoeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de pleegmoeder wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [de minderjarige] naar haar mening gevraagd. [de minderjarige] heeft hierover – in aanwezigheid van haar advocaat – een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 8 augustus 2007 is [de minderjarige] onder voogdij gesteld van de pleegmoeder.
2.2.
[de minderjarige] verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 16 augustus 2023 [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 16 augustus 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 14 november 2023 een machtiging verleend [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 16 augustus 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een voorwaardelijke machtiging om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [de minderjarige] verblijft sinds 18 maart 2024 in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder en voorafgaand sinds november 2023 op een gesloten groep. Door middel van een voorwaardelijke machtiging kan [de minderjarige] binnen een kader aan zichzelf werken. Een van de voorwaarden is dat [de minderjarige] vierentwintig uur per week dagbesteding heeft. [de minderjarige] is niet gemotiveerd voor het volgen van onderwijs waardoor er gekozen is om dagbesteding in de vorm van een baan als voorwaarde te stellen. [de minderjarige] heeft inmiddels een arbeidsovereenkomst voor twaalf uur gesloten en is nog op zoek naar een tweede baan om aan deze voorwaarde te kunnen voldoen. Het is de komende periode belangrijk dat [de minderjarige] werkt aan haar emotieregulatie en daarvoor de benodigde behandelingen start bij de Waag. Er zijn daarnaast zorgen over het drugsgebruik van [de minderjarige] en het risico op antisociaal en crimineel gedrag. De gecertificeerde instelling ziet de voorwaardelijke machtiging als een stok achter de deur om [de minderjarige] te blijven motiveren om aan zichzelf te werken.
3.3.
De jeugdhulpaanbieder heeft in het hulpverleningsplan van 22 februari 2024 de voorwaarden opgenomen en de jeugdhulpaanbieder genoemd die bereid is [de minderjarige] op te nemen. Tevens is vermeld welke medewerker bevoegd is tot het nemen van het besluit tot opname.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [de minderjarige] is ingestemd met het verzoek van de gecertificeerde instelling. Ter zitting heeft de advocaat naar voren gebracht dat hetgeen waar [de minderjarige] zich aan moet houden duidelijk dient te zijn. [de minderjarige] kent de voorwaarden van de voorwaardelijke machtiging, maar is nog niet goed bekend met de inhoud van de huisregels van Inspire. Het is voor haar belangrijk dat ze weet welke regels gelden en waar ze zich aan dient te houden.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Buiten de gesloten accommodatie kan de ernstige belemmering in de ontwikkeling naar volwassenheid alleen worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.4, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Er zijn nog altijd zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] . De afgelopen periode heeft [de minderjarige] geruime tijd in een gesloten accommodatie van Horizon gezeten. Sinds een paar weken verblijft zij in een semi-zelfstandige woning bij Inspire. Vanuit Horizon krijgt [de minderjarige] zestien uur per week begeleiding voor verschillende praktische zaken. Deze begeleiding zal in ieder geval een half jaar duren en kan worden verlengd indien nodig. Naast de voorwaarden van de voorwaardelijke machtiging dient [de minderjarige] zich te houden aan de huisregels van Inspire.
Het moet voor [de minderjarige] wel volstrekt duidelijk zijn aan welke regels zij zich dient te houden. De begeleiding van [de minderjarige] zal deze met haar doornemen zodat zij weet wat van haar verwacht wordt.
Ook is het belangrijk dat er volledige helderheid komt over de regels ten aanzien van middelengebruik, aangezien [de minderjarige] in het verleden actief was in de drugsscene en er recent nog drugs in haar bezit zijn aangetroffen.
Een andere voorwaarde is dat [de minderjarige] de komende periode vierentwintig uur per week dagbesteding heeft. De begeleiding vanuit Horizon zal [de minderjarige] ondersteunen bij het zoeken naar een baan waardoor zij aan deze voorwaarde voldoet.
Daarnaast is het van belang dat er de komende periode gestart wordt met de benodigde behandelingen zodat [de minderjarige] verder aan haar problematiek kan werken.
De voorwaardelijke machtiging is noodzakelijk voor de ontwikkeling naar volwassenheid. De kinderrechter zal de voorwaardelijke machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
5.3.
[de minderjarige] heeft kenbaar gemaakt de jeugdhulp te aanvaarden, zoals opgenomen in het overgelegde hulpverleningsplan.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een voorwaardelijke machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 4 april 2024 tot 16 augustus 2024, onder de voorwaarden welke aan [de minderjarige] in het aangehechte hulpverleningsplan zijn gesteld.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2024 door mr. J.C. van den Dries, kinderrechter, in aanwezigheid van I.M. Kroon als griffier, en op schrift gesteld op 15 april 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.