In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is eiser in beroep gegaan tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Rijswijk, die op 10 januari 2023 een naheffingsaanslag parkeerbelasting had opgelegd. De zitting vond plaats op 3 april 2024, waar eiser werd vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach en twee andere personen. De rechtbank heeft overwogen dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd, maar er was nog onduidelijkheid over de hoogte van de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase. De rechtbank oordeelde dat eiser recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 1.185, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de waarde per punt voor belastingzaken op € 310 is vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 50 aan eiser te vergoeden. De termijn voor vergoeding van wettelijke rente gaat in vanaf vier weken na de uitspraak.