In de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach, en de heffingsambtenaar van de gemeente Rijswijk, heeft de rechtbank Den Haag op 24 april 2024 uitspraak gedaan in het kader van een bezwaar tegen aanmaningskosten. De bestreden uitspraak op bezwaar dateert van 8 maart 2023. Tijdens de zitting op 3 april 2024 heeft verweerder aangegeven dat zowel de aanmaningskosten als de onderliggende naheffingsaanslag parkeerbelasting vernietigd moeten worden. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser recht heeft op een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase, vastgesteld op € 1.185, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de aanmaningskosten vernietigd, en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan eiser. De termijn voor vergoeding van wettelijke rente gaat in vanaf vier weken na de uitspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.