ECLI:NL:RBDHA:2024:6510

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
NL24.6917 en NL24.6920
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheidskwesties van Kroatië

Op 15 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.6917 en NL24.6920, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A.P.E.M. Pover, een voorlopige voorziening vroegen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. de Jong, was de verweerder in deze procedure. De verzoekers hadden asiel aangevraagd, maar de Staatssecretaris had deze aanvragen niet in behandeling genomen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvragen. Dit leidde tot een beroep van de verzoekers tegen het bestreden besluit en het verzoek om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 maart 2024, maar verzoekers zijn niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aanverwante zaken NL24.6916 en NL24.6919, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaken verviel. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 maart 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.6917 en NL24.6920

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker]en
[verzoekster], verzoekers V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. de Jong).

Procesverloop

Bij besluiten van 20 februari 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL24.6916 en NL24.6919, op 12 maart 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.6916 en NL24.6919, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 maart 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.