ECLI:NL:RBDHA:2024:6474
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. Op 25 maart 2024 heeft de verweerder alsnog een inwilligend besluit genomen, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken. Verzoekster heeft verzocht om vergoeding van de proceskosten, waarop verweerder heeft aangegeven deze te willen vergoeden. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster door de aanvraag alsnog in te willigen. Het verzoek om proceskostenveroordeling is als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, rekening houdend met de wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak van licht gewicht was. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. A.W. van Eerden.