ECLI:NL:RBDHA:2024:6463
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en voortvarend handelen in vreemdelingenzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was op 31 januari 2024 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en is sindsdien voortgezet. De rechtbank heeft op 19 april 2024 kennisgenomen van het voortduren van deze maatregel, wat door eiser als een beroep werd beschouwd. De rechtbank heeft besloten om het onderzoek ter zitting achterwege te laten en heeft het onderzoek op 23 april 2024 gesloten.
Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt, aangezien er bijna drie weken verstreken zijn zonder verdere uitzettingshandelingen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er sinds 7 februari 2024 meerdere acties zijn ondernomen door de staatssecretaris, waaronder drie rappelbrieven naar de Marokkaanse autoriteiten en een vertrekgesprek met eiser. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt in de uitzetting van eiser.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Ook het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. dr. E.J. Govaers, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.