ECLI:NL:RBDHA:2024:6430
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in asielaanvraagzaak na inwilligend besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een proceskostenveroordelingszaak. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Ceylan, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig had beslist op de asielaanvraag van de eiser. Op 24 maart 2024 heeft de Staatssecretaris alsnog een inwilligend besluit genomen, waarna de eiser het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat, aangezien de Staatssecretaris tegemoet is gekomen aan het beroep van de eiser, het verzoek om proceskostenveroordeling gegrond is. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, rekening houdend met de wegingsfactor van 0,5, omdat de zaak van licht gewicht is. De uitspraak is openbaar gemaakt en de proceskosten zijn toegewezen aan de eiser.