ECLI:NL:RBDHA:2024:6429
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis
In deze zaak heeft eiseres, een Jemenitische, op 12 april 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij haar referent in Nederland te verblijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft de staatssecretaris op 17 november 2023 in gebreke gesteld, maar er is geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is en heeft zonder zitting uitspraak gedaan op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris binnen de wettelijk vastgestelde termijn van 90 dagen had moeten beslissen, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en de proceskosten van eiseres op € 437,50. Eiseres heeft bovendien een verzoek om vrijstelling van het griffierecht ingediend, dat door de rechtbank voorlopig is toegewezen.