Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Belangenafweging
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. De maatregel van bewaring was op 27 september 2023 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en de vreemdeling had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, met een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling al meer dan acht maanden in vreemdelingendetentie verblijft zonder dat er zicht is op uitzetting naar Marokko. De vreemdeling voerde aan dat de Staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt en dat er wekelijks bij de Marokkaanse autoriteiten gerappelleerd moet worden om de bewaring niet onnodig te verlengen.
De rechtbank overwoog dat de Staatssecretaris afhankelijk is van de Marokkaanse autoriteiten voor de afgifte van een laissez passer (lp) en dat er geen aanwijzingen zijn dat deze autoriteiten geen lp zullen verstrekken. De rechtbank concludeerde dat het aan de Staatssecretaris is om te bepalen hoe vaak en op welke wijze er gerappelleerd wordt. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de Staatssecretaris hadden moeten aanzetten om de bewaring op te heffen, en dat de belangenafweging in het voordeel van de Staatssecretaris uitvalt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 januari 2024, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.