ECLI:NL:RBDHA:2024:6393

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
09-045795-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing jeugdstrafrecht bij handel in cocaïne en heroïne met overschrijding van redelijke termijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1999, die beschuldigd werd van de handel in cocaïne en heroïne. De verdachte werd aangeklaagd voor het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van verdovende middelen in de periode van 1 juni 2020 tot en met 9 april 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende deze periode schuldig heeft gemaakt aan de handel in deze middelen, wat werd ondersteund door getuigenverklaringen en observaties van de politie. De verdachte ontkende echter de beschuldigingen en stelde dat de telefoon die door de politie was getapt, niet van hem was.

De rechtbank heeft de bewijsbeslissingen zorgvuldig overwogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte op verschillende tijdstippen cocaïne en heroïne in zijn bezit had en deze ook had verhandeld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van de feiten met een medeverdachte, omdat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe samenwerking. De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn in de strafmaat meegewogen, wat leidde tot een lagere taakstraf dan oorspronkelijk door de officier van justitie was gevorderd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zijn de in beslag genomen goederen, waaronder een telefoon en geld, verbeurd verklaard. De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast, gezien de leeftijd van de verdachte ten tijde van de feiten, en heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en de ernst van de gepleegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 09-045795-21
Datum uitspraak: 25 april 2024
Tegenspraak
Vonnis (vul parketnummer in)van de rechtbank Den Haag in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte](hierna: de verdachte),
geboren op [geboortedatum 1] 1999 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De strafzaak tegen de verdachte is behandeld op de terechtzitting van 11 april 2024.
De officier van justitie in deze zaak is mr. C.M. Offers en de advocaat van de verdachte is mr. S.F.J. Smeets te Amsterdam. De verdachte is op de terechtzitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 1 juni 2020 tot en met 9 april 2021 te Haastrecht, gemeente Krimpenerwaard en/of Stolwijk, gemeente Krimpenerwaard en/of Gouda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
(telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 9 april 2021 te Haastrecht, gemeente Krimpenerwaard, in elk geval in Nederland, opzettelijk
aanwezig heeft gehad
- ongeveer 0,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 0,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 3 februari 2021 te Gouda, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 4.52 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 2,02 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde bepleit en heeft zich ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat alleen ‘een hoeveelheid cocaïne en heroïne’ bewezen kan worden.
3.3
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden opgenomen.
3.4
Bewijsoverweging feit 1
De verdachte wordt ervan verdacht dat hij zich in de periode van 1 juni 2020 tot en met 9 april 2021 schuldig heeft gemaakt aan de handel in verdovende middelen. Door de raadsman is vrijspraak bepleit omdat de telefoon waarvan de politie denkt dat deze telefoon gebruikt is voor het maken van dealafspraken niet aan de verdachte toebehoort. De verdachte ontkent contact te hebben gehad met drugsgebruikers. Bovendien kan ook de tenlastegelegde periode niet worden bewezen, aldus de raadsman.
De rechtbank verwerpt deze verweren. Uit het dossier blijkt dat de politie in ieder geval op 8 en 9 april 2021 de verdachte heeft geobserveerd en getapt. De verdachte heeft doorlopend afspraken gemaakt met mogelijke afnemers van drugs. Door het observatieteam van de politie is waargenomen dat de verdachte ook op deze afspraken is verschenen. Hoewel niet van alle afspraken de feitelijke overdracht is waargenomen, heeft de politie wel sommige afnemers kunnen aanhouden. Deze afnemers bleken na het contact met de verdachte in bezit te zijn van gebruikershoeveelheden cocaïne.
Uit het procesdossier blijkt dat de in beslag genomen telefoons aanvankelijk niet deugdelijk zijn geregistreerd, zodat onduidelijkheid bestond over welke telefoon bij de verdachte hoorde. De rechtbank acht voor de bewezenverklaring echter van doorslaggevend belang dat verschillende getuigen hebben verklaard dat zij al langere periode cocaïne en heroïne afnamen van een dealer met het telefoonnummer eindigend op - [06-nummer 1] . Bij een confrontatie met een foto van de verdachte hebben deze getuigen de verdachte herkend als de persoon bij wie zij drugs kochten. Daar komt nog bij dat de stem van de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op - [06-nummer 1] ook herkend is als de stem van de verdachte.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte degene is geweest die gebruik maakte van het telefoonnummer eindigend op - [06-nummer 1] . Nu getuige [getuige 1] in mei 2021 heeft verklaard dat hij al een jaar bij deze dealer kocht, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich in de gehele ten laste gelegde periode van 1 juni 2020 tot en met 9 april 2021 bezig heeft gehouden met de handel in verdovende middelen.
Medeplegen
Uit het dossier kan weliswaar worden afgeleid dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] elkaar kennen, dat zij op 3 februari 2021 samen zijn aangehouden en dat zij daarvoor (namelijk op 19 december 2020) ook al eens samen zijn gezien door de politie, maar met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het dossier verder geen concrete aanwijzingen bevat die wijzen op een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] . Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen.
3.5
Bewijsoverweging feit 2
De rechtbank acht op basis van de gebruikte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, het aanwezig hebben van 0,4 gram cocaïne en 0,4 gram heroïne wettig en overtuigend bewezen.
3.6
Bewijsoverweging feit 3
De rechtbank acht op basis van de gebruikte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, het aanwezig hebben van 4,2 gram cocaïne en 1,3 gram heroïne wettig en overtuigend bewezen.
3.7
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op meer tijdstippen in de periode 1 juni 2020 tot en met 9 april 2021 te Haastrecht, gemeente Krimpenerwaard, en Gouda, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op 9 april 2021 te Haastrecht, gemeente Krimpenerwaard, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer
0,4gram cocaïne en
- ongeveer
0,4gram heroïne,
zijnde cocaïne en heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op 3 februari 2021 te Gouda, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer
4,2gram cocaïne en
- ongeveer
1,3gram heroïne,
zijnde cocaïne en heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of typefouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De op te leggen straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte - rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn en met toepassing van het volwassenenstrafrecht - wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar.
De officier van justitie heeft daarnaast een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis gevorderd, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om het jeugdstrafrecht toe te passen. Aangezien de redelijke termijn fors is overschreden is de raadsman van mening dat artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht moet worden toegepast. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om een werkstraf van 60 uren op te leggen, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich in een periode van bijna een jaar schuldig gemaakt aan de handel in cocaïne en heroïne. Op twee momenten is hij aangehouden en bleek hij cocaïne en heroïne bij zich te hebben. Het gaat daarbij om voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen. De verspreiding van en handel in cocaïne en heroïne gaat gepaard met vele andere vormen van (gewelddadige) criminaliteit, terwijl ook het gebruik ervan vaak gepaard gaat met door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stoffen, hetgeen vaak overlast voor de samenleving met zich brengt. De verdachte heeft zich om al deze gevolgen niet bekommerd en slechts gehandeld voor eigen financieel gewin.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 27 februari 2024. Daaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor Opiumwet-feiten: het strafblad weegt dan ook niet in zijn nadeel mee.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland van 14 mei 2021 waarin wordt geadviseerd om het jeugdstrafrecht toe te passen.
De deskundige A. Assaidi, jeugdzorgwerker bij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de verdachte zich goed heeft gehouden aan de schorsende voorwaarden van zijn voorlopige hechtenis. De verdachte heeft zich bijna een jaar aan een avondklok gehouden. Ook heeft hij gedurende de schorsing meegewerkt aan een behandeling bij De Waag. Deze behandeling is door De Waag stopgezet, omdat De Waag de meerwaarde ervan niet meer zag. Op dit moment wordt de verdachte nog ondersteund door een coach van E25 en Humanitas. De deskundige heeft in de afgelopen jaren geen risico’s gezien voor recidive.
Toepassing van het jeugdstrafrecht in ASR zaken
Krachtens artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht, kan de rechtbank - ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren doch niet die van 23 jaren heeft bereikt - recht doen overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg, indien de rechtbank daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of in de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd toen hij de leeftijd van 18 jaren had bereikt. Gelet op de genoemde rapportage, het gegeven advies en de geschetste persoonlijkheid van de verdachte, zal de rechtbank ten aanzien van het bewezenverklaarde op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht het jeugdstrafrecht toepassen.
Redelijke termijn
Bij de berechting van een jeugdstrafzaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 16 maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte rechtspersoon in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 4 februari 2021 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen en is de termijn met 21 maanden overschreden. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden, die deze overschrijding van de redelijke termijn rechtvaardigen.
De rechtbank heeft deze overschrijding in strafmatigende zin meegewogen, zoals hieronder wordt uitgelegd.
Strafmodaliteit en strafmaatDe rechtbank heeft, naast het hiervoor genoemde, ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de LOVS-oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen. Daarin is als uitgangspunt vermeld voor het aanwezig hebben van 0 tot 5 gram een taakstraf van 20 tot 40 uren, maar voor een dealerindicatie of drugsrunner is dat een taakstraf vanaf 120 uren dan wel dienovereenkomstige jeugddetentie. Voor de handel in verdovende middelen zijn er geen LOVS-oriëntatiepunten voor minderjarigen.
Gelet op de hiervoor genoemde uitgangspunten acht de rechtbank een taakstraf van 160 uur in beginsel een passende straf. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank aan de verdachte echter een taakstraf van 80 uren opleggen. De dagen die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht zullen hierbij in mindering worden gebracht, zodat de verdachte geen taakstraf meer hoeft uit te voeren.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: 2577321, Nokia)
2. 330 EUR (Omschrijving: PL1500-2021033204-G2546748)
3. Personenauto Peugeot 206; 1.4 5drs (Omschrijving: PL1500-2021033204-2520964)
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de telefoon en het geld verbeurd dienen te worden verklaard. In combinatie met de drugs die bij de verdachte zijn aangetroffen, houden het geld en de telefoon verband met de strafbare feiten.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om het inbeslaggenomen geldbedrag, de telefoon en de auto terug te geven aan de verdachte.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De in beslag genomen telefoon, het geldbedrag en de personenauto zullen worden verbeurd verklaard. Het onder 1 bewezen feit is met behulp van de telefoon en de auto begaan en het geldbedrag is door middel van het onder 1 bewezen feit verkregen.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
  • 33, 33a, 63, 77c, 77g, 77m, 77n en 77gg van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven in paragraaf 3.7 bewezen is verklaard en kwalificeert dit als:
ten aanzien van feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
straf
veroordeelt de verdachte tot:
een
taakstraf, bestaande uit een
werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
80 (tachtig) uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
0 (nul) urente verrichten werkstraf resteren;
de inbeslaggenomen goederen
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
1. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: 2577321, Nokia);
2. 330 EUR (Omschrijving: PL1500-2021033204-G2546748);
3. Personenauto Peugeot 206; 1.4 5drs (Omschrijving: PL1500-2021033204-2520964);
het bevel tot voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A. Sturm, kinderrechter, voorzitter,
mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter,
en mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.J. van Heel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 april 2024.
Bijlage I
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL 1500-2021100145 (onderzoek Bilbao), van de politie eenheid Den Haag, DR Alphen/Gouda District G, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 645).
1. Het proces-verbaal van aanhouding, opgemaakt op 3 februari 2021, voor zover inhoudende (p. 199-201):
Op 3 februari 2021 reed ik in een opvallend dienstvoertuig. Ik hoorde [verbalisant 1] zeggen dat hij een voertuig zag passeren waarvan hij de inzittende verdacht van handel in harddrugs. Dit voertuig was een grijze Peugeot 208 met kenteken [kenteken 1] . Mij is ambtshalve bekend dat dit voertuig op naam staat van [verdachte] . Deze staat met naam genoemd in het politie systeem onder Drugshandelaar/drugsoverlast. Ik zag dat de bestuurder de bocht om ging en vervolgens naar rechts afsloeg, De Marathonlaan op.
Ik zag dat de bestuurder van de Peugeot daarop op de hoek stopte. Ik zag dat er vanuit het bijrijdersportier een persoon uit de Peugeot stapte. Ik zag dat deze persoon weg rende van het voertuig, het Estafetteplein op. Ik ben vervolgens achter het voertuig gestopt en hoorde [verbalisant 1] zeggen dat hij uitstapte om de man te controleren. Ik ben daarop doorgereden achter de Peugeot aan. Ik zag dat de bestuurder met zijn lichaam naar rechts helde. Ik zag dat hij daarbij met zijn hand naar beneden reikte. Ik zag dat de bestuurder nog steeds bezig was met handelingen, ter hoogte van zijn onderlichaam. Ik ben uitgestapt en naar de bestuurderszijde gelopen. Ik zag herkende de bestuurder als zijnde: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1999 te Gouda
Ik zei tegen [verdachte] dat hij zijn motor uit moest doen en dat hij zijn handen hoog moest houden. Ik zag dat er bij de middenconsole een zwarte kleine analoge telefoon lag, deze telefoon is mij ambtshalve bekend als een telefoon welke drugsdealers gebruiken. Ik zag dat [verdachte] de telefoon pakte en in zijn jaszak deed.
Ik hoorde daarop dat [verbalisant 1] een aanhouding had verricht ter witwassen en handel in harddrugs. Ik heb daarop heb ik [verdachte] aangehouden ter zake verdenking van handel in harddrugs. Omdat ik alleen was heb ik [verdachte] geboeid. Nadat het arrestantenvervoer gearriveerd was hebben zij een vervoersfouillering uitgevoerd. Hierbij werd in de broekzak een grote hoeveelheid papiergeld aangetroffen, wat in beslag genomen is (onder nummer 2546748). Tevens heb ik de zwarte telefoon in beslag genomen. Ik heb vervolgens de Peugeot in beslaggenomen (onder nummer 250964).
[verdachte] gaf hierbij toestemming om zijn voertuig naar het bureau te verplaatsen. Ik heb daarop de Peugeot naar het politiebureau gereden. Ik zag tijdens het rijden dat de bescherming van de versnellingspook los zat. Ik zag dat hieronder een vak was, waar je goederen kon neerleggen. Op het politiebureau zag ik dat de Peugeot nog veel meer van dit soort vakken had. De linker luchtfilter, ter hoogte van het dashboard, was er gemakkelijk af te halen. Het middenconsole zat los. De handrem zat los. Bij de insluitingsfouillering kwam er uit de onderbroek van [verdachte] 2 doorzichtige
zakejs. 1 zakje was gevuld met een witte substantie. 1 zakje was gevuld met een bruine substantie, deze heb ik in beslag genomen (onder nummer 2546775). Voor mij was dit ambtshalve bekend als zijnde heroïne en crack/cocaïne.
2. Het proces-verbaal van aanhouding, opgemaakt op 10 april 2021, voor zover inhoudende (p. 19-21):
Op 9 april 2021 bevonden wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , ons in burger gekleed en met een actie gericht op de handel in verdovende middelen belast in Stolwijk. Wij kregen de opdracht via het portofoonkanaal om te gaan naar de [adres 2] te Haastrecht. Aldaar zou de verdachte [verdachte] geboren op [geboortedatum 1] 1999 te [geboorteplaats] vermoedelijk harddrugs gaan brengen bij de bewoner [naam 1] .
Ik, verbalisant [verbalisant 3] liep naar de bestuurderskant van het voertuig. Ik opende het portier en riep de bestuurder aan. Ik zei hierop: "Politie, laat je handen zien. Je bent aangehouden" Ik zag dat de verdachte zijn beide handen strak in elkaar geklemd hield. Ik zag dat [verdachte] zijn linkerbeen uit het voertuig plaatste. Ik zag en voelde dat [verdachte] opstond. Ik zag dat [verdachte] uit het voertuig stapte en hierop zijn linkerarm in de lucht ver boven zijn hoofd strekte. Ik zag dat er iets door de lucht vloog.
Nadat [verdachte] door andere collega’s was meegenomen zagen wij dat direct naast het voertuig aan de linker achterzijde een zwarte prepaid telefoon op de grond lag. Wij zagen dat de batterij een paar centimeter verder lag. Wij zagen dat er naast de mobiele telefoon een klein plasticzakje lag, lijkend op een boterhamzakje. Wij zagen dat er in het zakje een witte poederachtige substantie zat.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 april 2021, voor zover inhoudende (p. 232-250):
Uit onderzoek blijkt dat de telefoonlijn met nummer [06-nummer 1] gebruikt wordt voor bestellingen en afleveringen van harddrugs. Vanaf 24 maart 2021 is deze telefoonlijn getapt en zijn de gesprekken beluisterd en verwerkt. Hieruit blijkt dat [verdachte] de gebruiker is van deze telefoonlijn.
Op 24 maart 2021 hebben een aantal gesprekken plaats gevonden tussen nummer [06-nummer 1] en een aantal verschillende nummers, welke in gebruik zijn bij afnemers van drugs.
Hieruit blijkt samengevat dat:
- Deze telefoonlijn slechts gebruikt wordt voor het verhandelen van harddrugs
- Er soms wordt gesproken over hoeveelheden en bedragen
- Er veelal op locaties wordt afgesproken
- Er geen andere bv sociale gesprekken met deze lijn plaatsvinden
- Er veelal vast klanten bellen met dit telefoonnummer
- [verdachte] de gebruiker is van deze telefoonlijn
- [verdachte] aan het einde van de dag aangeeft dat hij een nieuw nummer heeft.
- deze taplijn [06-nummer 1] na 24 maart 2021 niet meer actief wordt gebruikt, maar slechts nog door een aantal mensen naar dit nummer wordt gebeld. Het nummer wordt dan niet meer opgenomen.
Op 24 maart vinden een aantal drugsgesprekken plaats waarvan een aantal relevante gesprekken hieronder worden vermeld: ( bun= belt uit naar, wgd= wordt gebeld door, B= [verdachte] , nnman=onbekende man)
16:47 [naam 1] zegt tegen B dat hij een mazzeltje heeft gehad en vraagt of hij langskomt. B komt langs
17:09 [codenaam 1] uit [plaats] spreekt af, B is er over 20 minuten
17:15 B bun [codenaam 2] en zegt dat hij nu moet, dat hij niks meer heeft. [codenaam 2] zegt misschien straks over 15 minuten
17:20 B wgd Haastrecht. B zegt dat hij nog ff moet koken en zo komt
17:29 B bun [codenaam 2] . Deze zegt dat hij nog niet klaar is
17:59 B wgd [codenaam 3] . Ze spreken af bij de Hoogvliet
18:01 B wgd Haastrecht en is er binnen 10 minuten en doet een extraatje
18:13 B wgd [codenaam 3] en zegt nog 12 minuten
18:16 B wgd [codenaam 4] . Deze wil 20 en ze spreken af bij het winkelcentrum
18:25 B wgd [codenaam 5] . Bis onderweg en nnman wil twee een dezelfde
18:26 B wgd [codenaam 6] [voornaam] . Ze spreken af over 5 minuten
Hierna volgen een aantal gesprekken met dezelfde bovenstaande nummers over de genoemde afspraken.
19:02 B wgd [naam 2] [codenummer 1] . Zij zegt dat zij zijn nummer heeft gekregen van [naam 3] . [naam 2] heeft een rode Fiesta en B vraagt of zij naar winkelcentrum Bloemendaal kan komen. Ze vraagt om 20.
19:09 B bun [codenaam 7] . Nnman vraagt of B 30 in de brievenbus wil doen.
19:28 B zegt tegen 2094 dat hij ff aan het koken is.
19:32 B wgd [codenaam 8] . B komt eraan.
19:52 B wgd [codenaam 9] . Nnman gooit even knaken af bij B. en hoeft er niets bij te hebben. B zegt dat hij hem gaat bellen met zijn nieuwe nummer.
19:54 B wgd [codenummer 2] . Nnman vraagt of B wil komen, B gaat hem bellen met zijn nieuwe nummer.
19:57 B wgd [codenaam 7] . B zegt dat nnman moet opnemen op die andere.
21:28 B wgd [codenaam 10] . Nnman vraagt of B naar Bloemendaal kan komen en vraagt om 3. B wil alleen komen voor minimaal 70 80 euro.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 april 2021, voor zover inhoudende (p. 252-255):
In onderzoek Bilbao is op 8 en 9 april 2021 onderzoek gedaan naar de verdenking aangaande drugsdealen van de verdachte: [verdachte] , [voornamen verdachte] .
Hiertoe was op 8 april 2021 een telefoontap aangesloten op het dealnummer [06-nummer 2] en is het observatieteam ingezet op 8 en 9 april 2021.
Drugsdealen 8 april 2021:
Op 8 april heeft het OT waargenomen dat [verdachte] rijdt in de Renault Megane met kenteken [kenteken 2] op naam van zijn vader.
Deal Big snack:
Te 14:46 uur maakt [verdachte] een afspraak bij de Big Snack te Gouda via de telefoonlijn met een onbekende man, gebruiker van nummer [06-nummer 3] . Vervolgens wordt door het OT waargenomen dat [verdachte] te 15:15 uur een aflevering/overdracht doet aan een negroïde man bij de Big Snack te Gouda.
Deal [naam 4]
Te 15:40 uur: [verdachte] maakt een afspraak met [06-nummer 4] op het parkeerterrein. Dit telefoonnummer wordt gebruikt door [naam 4] , [adres 3] te Gouda. [naam 4] is een bekende harddrugsgebruiker. Te 16:24 uur ziet het OT dat [verdachte] een woning is ingegaan op de [straatnaam 1] te Gouda, mogelijk de woning van [naam 4] . Korte tijd later vertrekt [verdachte] weer. Te 16:33 uur neemt [naam 4] contact op met [verdachte] en zegt dat hij te weinig heeft gekregen.
[verdachte] gaat terug zegt hij.
Deal [naam 5] :
Te 15:39 uur: [verdachte] maakt een afspraak met nummer [06-nummer 5] , t.n.v [naam 5] . [adres 4] te Gouda. [verdachte] heeft nog geen tijd zegt hij. Te 16:55 uur: koper [naam 5] spreekt af met [verdachte] bij het schooltje. Omstreeks 17:00 uur is [verdachte] in de omgeving van de school en ziet het OT [naam 5] lopen.
Deal [straatnaam 2] :
Te 17:11 uur: [verdachte] spreekt af met nummer [06-nummer 6] , tnv [naam 6] , [adres 5] te Gouda. Afspraak is op de [straatnaam 2] . Radwan is een bekende harddrugsgebruiker. Te 17:29 uur: OT ziet [verdachte] naar binnen gaan op de [straatnaam 2] te Gouda. Korte tijd later komt hij weer naar buiten.
Drugsdealen 9 april 2021:
Op 9 april 2021 wordt de deallijn [06-nummer 2] vanaf 15:30 uur live uitgeluisterd en is het observatieteam( OT) actief.
Van 16:30 tot ongeveer 17:00 uur belt [verdachte] uit naar verschillende telefoonnummers van bekende afnemers. In sommige gevallen wordt opgenomen en een afspraak gemaakt. Zo belt hij te 15:36 uur naar een afnemer en zegt: ik ben actief. Ook zegt hij tegen een afnemer: 4 voor 3. Ook wordt er op de deallijn ingebeld door verschillende afnemers. [verdachte] geeft te 16:45 uur aan dat hij geen vervoer heeft. Vanaf ongeveer 17:15 uur wordt door observatieteam waargenomen dat [verdachte] gebruik maakt van een zwarte scooter, voorzien van het kenteken [kenteken 3] . Te 17:22 geeft B te kennen dat hij 'on the way' is. Vanaf ongeveer 20:30 uur is door het OT waargenomen dat [verdachte] gebruikt maakt van de Renault Mégane op naam van zijn vader, kenteken [kenteken 2] .
Aanhouding afnemer [naam 5] : BVH-nummer 2021-099930
Vanaf 16:40 uur zijn er diverse contacten tussen [verdachte] en het nummer [06-nummer 5] , op naam van [naam 5] . [naam 5] spreekt met B af bij het winkelcentrum Goverwelle. Te 19:16 ziet het OT dat [verdachte] op zijn scooter contact maakt met [naam 5] in de Passat. De Passat wordt daarna gevolgd en parkeert bij de woning aan de [straatnaam 3] te Gouda. Aldaar wordt [naam 5] , geb [geboortedatum 2] -1992 te 19:31 uur aangehouden. Hij blijkt in het bezit van een gebruikershoeveelheid cocaïne. Op 10-04-2021 is [naam 5] hierover gehoord. Hij verklaarde dat hij een halve gram cocaïne had gekocht voor 25 euro dat verpakt zat in een stukje tijdschrift. Hij wilde de naam van de dealer niet noemen, maar omschrijft hem en zijn scooter. Deze beschrijving komt overeen met het signalement van [verdachte] en diens scooter.
Aanhouding afnemer [naam 7] BVH 2021-100017
Vanaf 19:38 uur heeft [verdachte] diverse contacten met nummer [06-nummer 7] . Dit betreft een prepaid nummer. B zegt 20 minuten. [codenaam 1] vraagt of B naar het hotel kan komen. Te 20:26 uur zegt B dat hij er bijna is. Door het observatieteam wordt in de omgeving van het Best Western Hotel te Gouda, op het Nonnenwater een Marokkaanse man gezien met een witte petje die kennelijk op iemand staat te wachten. Te 20:40 uur ziet het OT dat B iets overdraagt aan deze man. Te 20:40 uur wordt deze afnemer aangehouden, welke blijkt te zijn: [naam 7] , geboren op [geboortedatum 3] -1981. [naam 7] blijkt in het bezit van vermoedelijk een gebruikershoeveelheid cocaïne Hij verklaarde dat hij rond de 2 tientjes 3 tientjes aan cocaïne had gekocht.
Deal Molenomloop
Te 16:57 vindt een gesprek plaats tussen B en nummer [06-nummer 8] in gebruik bij [naam 8] , geb [geboortedatum 4] -1968, [adres 6] te Gouda en B. Ze spreken af op de parkeer. Te 17:25 geeft B aan dat hij eraan komt en te 17:27 zegt B tegen 0433: 1 minuut. Daarna zijn er meerdere contacten tussen B en nummer 0433. Het OT heeft B wel in de omgeving van het Middenmolenplein gezien, maar geen overdracht waar kunnen 'nemen. Alonso is bij de politie niet bekend. Zijn nummer komt wel zeer regelmatig voor in de contactenlijst van de bij het onderzoeksteam bekende dealnummers.
Deal Reijnaartplein:
Vanaf 15:36 zijn er verschillende contacten tussen B en nummer [06-nummer 9] . Dit nummer is in gebruik bij 1. [naam 9] , [adres 7] te Gouda. [naam 9] is een bekende harddrugsgebruiker. Te 18:15, 18:36 en 18:37, 18:38, 18:39 en 18:41, 19:07, 19:09, 19:21 uur zijn er contacten tussen dit nummer van het nummer van B. [naam 9] vraagt in deze contacten aan [bijnaam verdachte ] hij nog koffie heeft. B heeft dat. S vraagt om goeie. Er is niet gezien of er een overdracht heeft plaats gevonden in de omgeving van het Reijnaartplein, danwel met [naam 9] .
Deal Agnietenstraat
Vanaf 12:55 uur zijn er diverse contacten tussen B en het nummer 06-57785330. Dit nummer is in gebruik bij [getuige 1] , geboren op [geboortedatum 5] -1966, Agnietenstraat 24 te Gouda. [getuige 1] is een bij de politie bekende harddrugsgebruiker. Er zijn contacten tussen [getuige 1] en B te 13:05, 16:06, 17:39, 17:59 en 18:02. Er wordt afgesproken onder het station. Door het OT wordt waargenomen dat B te 18:20 uur in de Agnietenstraat is op zijn scooter. Er is geen overdracht waargenomen.
Deal [straatnaam 4] :
Vanaf 15:50 uur zijn er contacten tussen het nummer van B en nummer [06-nummer 10] op naam van [naam 10] , [straatnaam 4] te Gouda. [naam 10] is een bekende harddrugsgebruiker. Er zijn contacten tussen beide nummers te 16:42 en 18:14 uur. Te 18:15 uur zegt B dat hij er nu aankomt. Te 18:35 ziet het OT dat B op zijn scooter richting de [straatnaam 4] rijdt. Er is geen overdracht waargenomen. Te 19:27 is er weer contact tussen beide nummers. [naam 10] zegt tegen B: dit was beter.
Deal van [straatnaam 5] Stolwijk:
Vanaf 15:03 uur zijn er diverse contacten tussen het nummer [06-nummer 11] op naam van [naam 11] , [adres 8] te Stolwijk en het nummer van B. [naam 11] is een bekende harddrugsgebruiker. Te 18:23 belt B naar [naam 11] en zegt dat hij nu vervoer heeft en naar hem toekomt. Te 20:41 zegt B dat hij nu naar hem toekomt. Door het OT wordt te 20:49 uur waargenomen dat B in de [straatnaam 5] te Stolwijk is en richting de woning [naam 11] loopt. Te 20:51 uur wordt waargenomen dat B weer instapt en wegrijdt.
Deal [straatnaam 6]
Vanaf 12:37 uur zijn er contacten tussen het nummer van B en nummer [06-nummer 12] .Dit nummer wordt gebruikt door [naam 12] , [adres 9] te Gouda. [naam 12] is een bekende harddrugsgebruiker. Te 13:01 stuurt Been sms naar dit nummer met de tekst: ben nu actief 7 voor 5. Te 14:52 stuurt hij opnieuw een bericht met 7 voor 5. In de contacten geeft [naam 12] aan dat hij ontevreden is over de door B geleverde hoeveelheid. [naam 12] heeft het zelf nagewogen en het is
te weinig. B geeft aan hem een extraatje te brengen. Dit is niet waargenomen.
Deal [straatnaam 7] :
Vanaf 12:32 zijn er diverse contacten tussen B en het nummer [06-nummer 13] . Dit nummer wordt gebruikt door [naam 13] , [adres 10] te Gouda. een bekende harddrugsgebruiker. Te 18:26 uur geeft [bijnaam verdachte 1] dat hij in 1 minuut bij hem is. Dit is niet waargenomen door het OT.
Deal pompstation:
Vanaf 15:28 zijn er diverse contacten tussen B en het nummer [06-nummer 14] . Dit nummer is een prepaid waarvan de gebruiker niet bekend is. Dit nummer is één van de meeste gebelde contacten van de deallijn. Te 18:58 uur zegt 1813 dat hij wacht bij het voetbalveld. Te 19:53 uur spreken Ben 1813 af bij het pompstation. 1813 wil voor een barkie zegt hij ( opm: dit betreft 100 euro). Er is niet waargenomen of deze afspraak heeft plaatsgevonden.
5. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , opgemaakt op 11 april 2021, voor zover inhoudende (p. 382-387):
Ik ken een drugs dealer die ik [bijnaam verdachte 2] noem. Ik ben jarenlang verslaafd geweest aan heroïne en cocaïne en dat heb ik onder andere bij deze jongen gekocht Ik ken hem ongeveer sinds december 2020. Ik weet dat want ik kende hem voor de feestdagen. Ik denk dat het begin december moet zijn geweest. Ik weet dat hij afgelopen tijd in een donkerblauwe Renault Megane Senic reed. Daarvoor reed hij in een zilvergrijze Peugeot 206 met schade aan de voorzijde en hij reed ook op een zwarte scooter met een geel plaatje.
O: Verbalisant laat de progis-foto van de verdachte zien.
A: Duizend procent. Ik herken hem helemaal zo.
V: Wat verkocht hij?
A: Ik kocht altijd heroïne en cocaïne bij hem.
V: En hoe vaak heb je dan in totaal van deze dealer gekocht denk je?
A: Vanaf begin december iedere dag wel.
V: heb jij zijn telefoonnummer nog?
A: Volgens mij was zijn telefoonnummer iets met 57 erin. Maar dat weet ik niet zeker meer.
V: Hoe deed hij met een telefoonnummer?
A: Heel lang. Ik heb altijd hetzelfde nummer gehad. Volgens mij heeft hij laatst voor het eerst een nieuw nummer gestuurd maar toen belde ik hem al niet meer.
6. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan op de terechtzitting van 11 april 2024, voor zover inhoudende:
De rechtbank herkent de verdachte op de foto op pagina 387, pagina 479 en pagina 483 van het dossier.
7. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , opgemaakt op 4 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 475-479):
V: Hoeveel drugsdealers kent u op dit moment?
A: Ik ken een aantal drugsdealers.
V: Ken je een die telefoonnummer [06-nummer 1] gebruikte?
A: Dat is een dealer die heel lang [06-nummer 1] had. Daarna gebruikte hij telefoonnummer [06-nummer 2] .
O: verbalisant toont foto 1
V: Ja, dat is hem. Ik heb hem niet zo gezien met die baard, maar ik herken hem aan zijn gezicht. Ik herken hem direct.
V: hoe lang koopje al cocaïne van deze man?
A: dat weet ik niet precies, een paar maanden maar ik weet niet hoe lang.
V: Kan je de eerste keer nog herinneren dat je drugs van hem kocht?
A: Dat is moeilijk. Dat is lang geleden.
V: Maar hebben we het dan over een maand geleden of een jaar geleden?
A: Ongeveer drie a vier maanden geleden.
V: Op de historische telefoongegevens is te zien dat het eerste contactmoment op 23-09- 2020 geweest om 20:47 uur geweest. Hoe kan dat?
A: O. Misschien was het dan eerder geweest. In mijn herinnering was het pas later. Maar als dat er staat kan het ook in september geweest zijn.
8. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , opgemaakt op 9 mei 2021, voor zover inhoudende (p. 480-483):
Ik gebruik heroïne. Ik heb wel drugs gekocht bij een jongen die een beetje mollig is. Hij loopt vaak in een trainingspak. Hij is niet zo heel lang. Een beetje zoals ik. Hij had een donkerkleurige Renault en een scooter. Die scooter was donker van kleur. Ik zou hem wel herkennen van een foto.
O: verbalisant toont een foto 1.
A: Ja ik ken herken hem gelijk, ik herken hem aan zijn baard onder andere. Die baard had hij slechts de laatste tijd. Ik herken hem omdat ik hem al vaker heb gezien.
V: Hoe lang koopje al van hem?
A: Ik koop al ongeveer 8 maanden tot een jaar van deze persoon. Ik weet dat omdat hij mij regelmatig lastig viel. Hij belde vaak om te vragen of ik nog drugs wilde kopen.
V: Hoeveel telefoonnummers heeft hij gehad?
A: Hij heeft in ieder geval 1 keer van nummer gewisseld. Maar hij deed heel lang met het nummer.
V: Heb jij de telefoonnummers nog in je telefoon staan?
A: ik denk het niet maar ik zal even kijken. Ik heb hier wel een nummer van hem. Het telefoonnummer is [06-nummer 1] . dat is het eerste nummer wat ik van hem had. Het andere nummer kan ik niet vinden. Hij heeft nog een nummer erna gehad.
V: Werkt deze dealer samen met iemand?
A: Hij is altijd alleen. Ik heb hem nog nooit met iemand anders gezien. Als ik hem belde was hij ook altijd degene die de telefoon opnam. Hij was ook wel eens niet bereikbaar. Hij was ook heel laks met afspraken. Dan zei hij dat hij eraan kwam en dan duurde het nog heel lang voordat hij er was.
V: heb je wel eens thuis afgesproken met hem?
A: Ik heb een keer met hem afgesproken in mijn woning. Dat was een van de eerste keren dat ik van hem kocht. Ik weet trouwens beter wanneer de eerste keer was dat ik van hem kocht. Ik werk nu al een jaar in Rotterdam bij een opdrachtgever. De eerste dag dat ik werkte in Rotterdam was in april 2020. Daarvoor kocht ik al bij hem. Dus het is al een jaar geleden dat ik voor het eerst van hem kocht.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 april 2021, voor zover inhoudende (p. 367-369):
Taplijn [06-nummer 1] en [06-nummer 2]
In dit onderzoek werd ook een tapbevel afgegeven voor nummer [06-nummer 1] , geldig van 23 maart 2021 t/m 21 april 2021.
Na 25 maart 2021 zijn er geen gesprekken meer op dit nummer geweest
Tevens werd in dit onderzoek een tapbevel afgegeven voor nummer [06-nummer 2] , geldig van 7 april 2021 t/m 14 april 202.
Beide telefoonlijnen bleken in gebruik als zogenaamde deallijnen.
De stem van de gebruiker 35071092982804 is vergeleken met de gebruiker van de
bovengenoemde twee deal telefoonnummers.
Uit dit onderzoek blijkt dat deze telefoonnummers ook in gebruik zijn bij [verdachte] . Bij de beluisterde en verwerkte tapgesprekken is niet gebleken van een andere gebruiker dan deze [verdachte] .
Waar er in beluisterde en verwerkte tapgesprekken van nummer [06-nummer 1] en van nummer [06-nummer 2] NNM vermeld staat is de stem van [verdachte] herkend.
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 25 juni 2021, voor zover inhoudende (p. 488-492):
Op donderdag 24 juni 2021 omstreeks 13:24 uur, heb ik, verbalisant, als labonderzoeker verdovende middelen, werkzaam bij Team Forensische Opsporing, afdeling Narcotica, op verzoek van politie Eenheid Den Haag, een aangetroffen en in beslag genomen partij vermoedelijke verdovende middelen onderzocht, in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet.
De aangeboden partij vermoedelijke verdovende middelen bestond uit:
Aantal/eenheid: 1 Boterhamzakje
Goednummer: PL1500-2021100145-2577305
SIN Goed: [codenummer 3]
Object: Verdovende middelen
Inhoud: Witte substantie in poedervorm
Ik zag een stuk van een boterhamzakje met hierin een witte substantie in poedervorm met een totaal bruto opgegeven gewicht van 0,6 gram, totaal netto vastgesteld gewicht van 0,4 gram (weging Narcotica).
Hier heb ik een, nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN: AAOT6204NL.
Indicatieve testen
Ruybal : Positief op vermoedelijk cocaïne
Identificerend onderzoek
Shimadzu GCMS-QP2020 : Cocaïne
Cocaïne staat vermeld op lijst 1 behorende bij de Opiumwet.
De aangeboden partij vermoedelijke verdovende middelen bestond uit:
Aantal/eenheid: 1 Boterhamzakje
Goednummer: PL1500-2021100145-2577308
SIN Goed: [codenummer 4]
Object: Verdovende middelen
Inhoud: Bruinkleurige substantie in brokjesvorm
Ik zag een stuk van een boterhamzakje met hierin een bruinkleurige substantie in brokjesvorm met een totaal bruto opgegeven gewicht van 0,8 gram (in pv-24 verbeterd naar 0,6 gram), totaal netto vastgesteld gewicht van 0,4 gram (weging Narcotica).
Hier heb ik een, nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN:
AAOT6203NL.
Indicatieve testen
Marquis : Positief op vermoedelijk heroïne
Identificerend onderzoek
Shimadzu GCMS-QP2020 : Heroïne
Heroïne staat vermeld op lijst 1 behorende bij de Opiumwet.
Bijlage NFI Rapport
AAOT6204NL poeder, wit, uit 0,4 gram; aantal in onderzoek een: bevat cocaïne
Bijlage NFI Rapport
AAOT6203NL brokjes, bruin, uit 0,4 gram; aantal in onderzoek een: bevat heroïne
11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 februari 2021, voor zover inhoudende (p. 205):
Op 3 februari 2021 bevonden wij, verbalisanten, ons aan bureau van politie te Gouda. Daar waren wij belast met het insluiten van de aangehouden verdachte [verdachte] . [verdachte] was aangehouden ter zake de handel in verdovende middelen.
Tijdens de insluitingsfouillering zagen wij dat [verdachte] heel rustig zijn onderbroek uitdeed. Wij zagen dat hij zijn onderbroek een beetje dicht probeerde te houden. Ik, verbalisant van der Zanden, stond direct naast [verdachte] en zag dat er twee plastic zakjes in zijn onderbroek zaten. Ik zag dat in één zakje een witte substantie zat. Ik zag dat in het andere zakje een bruine substantie zat. Hierop heb ik de twee zakjes met vermoedelijk verdovende middelen in beslag genomen. Ik hoorde dat [verdachte] direct tegen mij zei: "Dit is voor eigen gebruik".
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 april 2021, voor zover inhoudende (p. 462-466):
Op 26 april 2021 omstreeks 13:30 uur, heb ik, verbalisant, als labonderzoeker verdovende middelen, werkzaam bij Team Forensische Opsporing, afdeling Narcotica, op verzoek van politie Eenheid Den Haag, een aangetroffen en in beslag genomen partij vermoedelijke verdovende middelen onderzocht, in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet.
De aangeboden partij vermoedelijke verdovende middelen bestond uit:
Aantal/eenheid: 1 stuks
Goednummer: PL1500-2021033204-2546775
SIN goednummer: AAON7450NL
Inhoud: Bruinkleurige substantie in brokjesvorm/poeder
Ik zag een deel van een boterhamzakje met daarin een bruinkleurige substantie in poedervorm met een totaal bruto opgegeven gewicht van 4 gram, totaal netto vastgesteld gewicht van 1,3 gram (weging Narcotica).
Hier heb ik een, nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN: AAOT6334NL
Indicatieve testen
Marquis : Positief
Identificerend onderzoek
Shimadzu GCMS-QP2020 : Heroïne
Heroïne staat vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
Aantal/eenheid: 1 stuks
Goednummer: PL1500-2021033204-2547766
SIN goednummer: AAON745NL
Inhoud: crèmekleurige brokjes
Ik zag een deel van een boterhamzakje met hierin een crèmekleurige substantie in brokjesvorm met een totaal bruto opgegeven gewicht van 4 gram, totaal netto vastgesteld gewicht van 4,2 gram (weging Narcotica). Hier heb ik een, nader te onderzoeken, monster van gemaakt en voorzien van SIN: AANK5 642NL.
Indicatieve testen
Ruybal : Positief
Identificerend onderzoek
Shimadzu GCMS-QP2020 : Cocaïne
Cocaïne staat vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
Bijlage NFI Rapport
AAOT6334NL poeder, bruin, uit 1,3 gram; aantal in onderzoek een: bevat heroïne
Bijlage NFI Rapport
AANK5642NL brokjes, crèmekleurig, uit 4,2 gram; aantal in onderzoek: een bevat cocaïne
Alle hierboven genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en de voor het bewijs gebezigde inhoud daarvan is telkens zakelijk weergegeven.