Op 30 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verboden wapenbezit. De verdachte, geboren in 1998 en op dat moment gedetineerd, had op 5 januari 2024 in Delft een omgebouwd gaspistool van het merk Sig Sauer, type P 320, in zijn bezit. Tijdens de zitting op 16 april 2024 heeft de officier van justitie, mr. I. Raterman, gepleit voor bewezenverklaring van het feit, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. C.J.J. Kwint, ook de bewezenverklaring heeft bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het wapen had verworven en dat hij dit feit heeft bekend. De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en verschillende proces-verbalen van de politie.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezen verklaarde feit wettig en overtuigend is bewezen en dat de verdachte strafbaar is. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een maniforme psychose en een bipolaire stemmingsstoornis, en heeft geconcludeerd dat het bewezen feit in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van vijf maanden opgelegd, waarvan één maand voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering. Daarnaast is het in beslag genomen wapen onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de adviezen van deskundigen.