In deze zaak, die op 18 april 2024 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die een affectieve relatie hebben gehad en samen ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De vrouw verzoekt de rechtbank om het uitsluitend gebruik van de gezamenlijke woning en een zorgregeling voor de kinderen. De man verzet zich hiertegen en vraagt om een alternatieve zorgregeling waarbij de kinderen in de woning verblijven en partijen om de week daar verblijven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig verstoorde communicatie tussen partijen en dat de kinderen getuige zijn geweest van spanningen en huiselijk geweld. Gezien deze omstandigheden is het niet in het belang van de kinderen dat partijen om en om in dezelfde woning verblijven. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat de vrouw voorlopig het uitsluitend gebruik van de woning krijgt voor de duur van zes maanden. De man moet zich uitschrijven van het adres van de woning om de vrouw in staat te stellen kinderbijslag en kindgebonden budget te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft ook een voorlopige zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen twee weekenden per vier weken bij de man verblijven en daarnaast, indien mogelijk, op woensdagmiddag. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.