Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 8 april 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris niet heeft voldaan aan de informatieplicht zoals bepaald in artikel 5.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000, maar oordeelt dat dit gebrek niet leidt tot onrechtmatigheid van de maatregel. De rechtbank weegt de schending van de informatieplicht minder zwaar dan het belang van de staatssecretaris om eiser in bewaring te stellen. Eiser heeft aangevoerd dat de motivering van de maatregel gebrekkig is, maar de rechtbank oordeelt dat de overige gronden voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.