Op 26 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1987 in Polen, die op 31 december 2023 in 's-Gravenhage werd aangehouden met 4500 gram harddrugs en 1000 gram hennep. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De uitspraak volgde op een terechtzitting op 12 april 2024, waar de officier van justitie, mr. F.M. de Vries, de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten vorderde. De verdachte heeft de feiten bekend, maar zijn raadsman, mr. M. Kuipers, heeft verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beperkte rol in de feiten en zijn wens om hulp te ontvangen voor zijn problemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk aanwezig heeft gehad van een grote hoeveelheid amfetamine, MDMA, cocaïne en 4-CMC, alsook hennep, wat in strijd is met de Opiumwet. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid meegewogen in haar beslissing. De verdachte heeft een strafblad en is ontvankelijk voor crimineel gedrag, wat de rechtbank heeft doen besluiten tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en opname in een zorginstelling.
De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen geld, ter waarde van € 700,00, aan de verdachte gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.