ECLI:NL:RBDHA:2024:6269

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
NL24.1010 en NL24.1022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen van vier Syrische verzoekers. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.J. Janse, hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had echter op 10 januari 2024 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als argument dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielverzoeken op basis van de Dublin-overeenkomst.

De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om voorlopige voorzieningen te treffen. De rechtbank heeft op dezelfde dag ook uitspraak gedaan in andere zaken (zaaknummers NL24.1009 en NL24.1020) die verband hielden met de asielaanvragen van de verzoekers. Gezien deze uitspraken was de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter, mr. T.A. Oudenaarden, heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.1010 en NL24.1022

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam],

geboren op [geboortedatum]
V-nummer: [v-nummer],
en

[naam],

geboren op [geboortedatum],
V-nummer: [v-nummer],
mede namens hun minderjarige kinderen,

[naam],

geboren op [geboortedatum],
V-nummer: [v-nummer],
en

[naam],

geboren op [geboortedatum],
V-nummer: [v-nummer],
allen van Syrische nationaliteit en hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.

Overwegingen

1. Bij uitspraken van vandaag (zaaknummers NL24.1009 en NL24.1020), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.