ECLI:NL:RBDHA:2024:6197
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake Wnb-ontheffing voor verstoring bever
Op 26 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Het Wantij en het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Het verzoek van Stichting Het Wantij om een voorlopige voorziening tegen de verleende ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) is afgewezen. De ontheffing betreft het opzettelijk verstoren en beschadigen van de voortplantingsplaats of rustplaats van een bever in het kader van de herontwikkeling van een voormalige scheepswerf tot een stadspark. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college terecht heeft vastgesteld dat herstelmaatregelen aan de kraanbaan en hellingen noodzakelijk zijn, en dat deze maatregelen onvermijdelijk leiden tot verstoring van de bever. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om aan de noodzaak van de ontheffing te twijfelen, ondanks het bezwaar van verzoekster dat de kraanbaan niet op instorten staat en dat minder ingrijpende maatregelen mogelijk zouden zijn. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de ontheffing van het college in stand blijft. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open.