ECLI:NL:RBDHA:2024:6112
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 april 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag volgens de Dublinverordening. Eiseres, die Eritrese nationaliteit heeft, heeft eerder asielaanvragen ingediend in Italië en Frankrijk. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 10 april 2024 behandeld. Eiseres betoogt dat zij als bijzonder kwetsbaar moet worden beschouwd vanwege haar psychische klachten en de zorg voor haar pasgeboren baby. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Frankrijk de nodige voorzieningen voor eiseres kan bieden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.