ECLI:NL:RBDHA:2024:603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
NL24.158
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewaring en voortduren van de maatregel in het bestuursrechtelijke asielproces

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De eiser had op 31 oktober 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de processtukken beoordeeld.

De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het sluiten van het eerdere onderzoek rechtmatig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is, omdat eiser in afwachting is van de behandeling van zijn asielaanvraag en een voorlopige voorziening. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende voortvarend handelt en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de informatie over de nationaliteit van eiser.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 januari 2024.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.158
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. V. Senczuk),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M. Lorier).

Procesverloop

Verweerder heeft op 31 oktober 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
Vervolgens heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1995] .
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 23 november 2023 (in de zaak NL23.35825) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek.
4. Eiser voert aan dat het zicht op uitzetting naar Marokko aanwezig is voor eiser. Gelet op de bevestiging van de Marokkaanse nationaliteit zal verweerder om voortvarend te blijven handelen op korte termijn een vlucht dienen te boeken. De bevestiging van de nationaliteit zit niet in het dossier, aldus eiser.
5. Met betrekking tot de stelling dat verweerder voortvarend dient te handelen overweegt de rechtbank dat eiser in het kader van zijn asielaanvraag op 13 november 2023 een afwijzende beschikking heeft ontvangen. Tegen deze beschikking, heeft eiser op 20 november 2023 beroep ingesteld en tevens een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend. Eiser mag de behandeling van de voorlopige voorziening afwachten en derhalve kan eiser op dit moment niet worden uitgezet. Het boeken van een vlucht is op dit moment dan ook niet aan de orde. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen over de informatie in de voortgangsgegevens over de vaststelling van eisers nationaliteit. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder voldoende voortvarend handelt. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
6. Ook met inachtneming van de ambtshalve toetsing waartoe de rechtbank is gehouden, is er geen aanleiding voor het oordeel dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was.
7. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 januari 2024

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.