2.12.Nationale-Nederlanden heeft vervolgens de toedracht van het ongeval laten onderzoeken door Raasveld Expertise. In het onderzoeksrapport van 24 februari 2022 wordt – voor zover hier relevant – het volgende vermeld:
“(…)
Toedracht/ Verklaringen
A. [naam 4]
De heer [naam 4] , medewerker bij uw verzekerde, vertelde dat hij belanghebbende bij het bedrijf van uw verzekerde hielp bij het laden van de (wand)panelen. De heer [naam 4] zette de bokken met daarop de (wand)panelen voor belanghebbende klaar. Het betrof wandpanelen van ongeveer 3 x 5 meter met een gewicht van ongeveer 250 kilogram per stuk.
Belanghebbende belaadde de vrachtwagen en de aanhangwagen. De heer [naam 4] verklaarde dat hij bij het laden niets zelfstandig deed. Belanghebbende had de leiding. Hij gaf aan waarmee en hoe de heer [naam 4] hem kon helpen.
Het vastzetten/afbinden van de lading deed belanghebbende, zoals altijd, zelf. Hij zette de lading met sjorbanden vast.
De panelen zaten bovenop vast met een klos/borging. Deze klos/borging is ongeveer 7 centimeter dik/hoog, vertelde uw verzekerde.
Belanghebbende constateerde dat de lading te hoog was. Belanghebbende vroeg de heer [naam 4] om de klos/borging die bovenop de panelen zat los te maken en weg te halen. De (wand)panelen stonden toen al met door belanghebbende aangebrachte sjorbanden vast. De heer [naam 4] volgde de instructie van belanghebbende op. Tijdens het losschroeven van de klos/borging hield belanghebbende de ladder vast waarop de heer [naam 4] stond.
C. [naam 6]
Medewerker de heer [naam 6] vertelde dat belanghebbende op de locatie waar de panelen afgeleverd moesten worden, de vrachtauto de dam op reed. Belanghebbende begon vervolgens met stempelen van de vrachtwagen. Volgens de heer [naam 6] vroeg zijn collega de heer [naam 7] aan belanghebbende of zij hem konden helpen. Met toestemming van belanghebbende haalden zijn de spanbanden al los. Door het stempelen bewoog de vrachtwagen flink. “Alles ging op en neer” vertelde de heer [naam 6] . Uiteindelijk viel de last. Belanghebbende, de heer [naam 6] en de heer [naam 7] renden hard weg. Belanghebbende werd geraakt en raakte gewond.
TVM
TVM gaf in de brief 16 december 2021 het volgende aan:
“Op 25 november 2021 heeft mijn cliënt zijn vrachtwagen met aanhanger bij uw bedrijf in Barneveld laten beladen met 4 grote zware pakketten wanden/wandpanelen op bokken van 2 stuks op de vrachtwagen en 2 stuks op de aanhangwagen. In verband met de maximale hoogte van 4,25 m heeft een medewerker van uw bedrijf een uitstekende klos ter borging van de wanden boven het pakket verwijderd. Bij het verwijderen hiervan was de lading niet voldoende geborgd. Het klosje houdt de elementen bij elkaar. Een van uw medewerkers diende de klos vervolgens aan de zijkant te schroeven, om de lading te borgen. Dit is niet gebeurd. Wel zijn de spanbanden omgeslagen. Tijdens deze actie was betrokkene even naar huis en kwam later terug om weg te rijden. Toen hij op de bestemming locatie [adres] te [plaatsnaam] aan was gekomen, heeft hij zijn aanhanger gekoppeld en is met de vrachtwagen het terrein opgereden. Hier is hij zijn vrachtwagen gaan afstempelen om veilig te kunnen lossen. Tijdens het afstempelen zijn de medewerkers van uw bouwbedrijf aan de andere kant van de vrachtwagen buiten zijn zicht van mijn cliënt met het loshalen van de spanbanden. Door dit loshalen viel de last op mijn cliënt en is er ernstig letsel ontstaan.”
Ik vroeg uw verzekerde, de heer [naam 4] en de heer [naam 6] om een reactie.
De heer [naam 4] gaf aan dat belanghebbende niets zei over het aan de zijkant weer vastschroeven van de klos/borging. Dit is ook lastig omdat de (wand)panelen niet allemaal even breed zijn.
Omdat belanghebbende de lading al met sjorbanden had vastgezet, merkten men bij het laden niet dat de (wand)panelen door het losmaken van de klos/borging alleen nog maar aan de door belanghebbende aangebrachte sjorbanden vaststonden.
Belanghebbende ging tijdens het laden inderdaad even weg. Hij haalde een zwaailamp voor achterop de wagen.
Met het verwijderen van de klos/borging was belanghebbende bekend. Hij gaf hiervoor zelf opdracht. En hij hield tijdens het verwijderen de ladder vast.
Het verbaasde de heer [naam 6] dat er wordt aangegeven dat zij tijdens het stempelen op de loslocatie aan de andere kant van de vrachtwagen, buiten het zicht van belanghebbende, stonden. Dit klopt niet. Volgens de heer [naam 6] bevestigde belanghebbende in een later contact ook aan hem dat de door TVM verwoorde toedracht niet geheel juist is. De medewerkers van uw verzekerde stonden bij het stempelen naast belanghebbende. Belanghebbende zag waar de medewerkers mee bezig waren. De medewerkers haalden de spanbanden met toestemming van belanghebbende los. Toen de last viel, moesten ze alle drie snel rennen. De heer [naam 6] en de heer [naam 7] konden op tijd wegkomen, belanghebbende niet.
Belanghebbende wist dat de klos/borging was losgehaald. Bij het laden merkte men verder niets omdat de lading door belanghebbende al met sjorbanden vast was gezet. Bij het lossen werd er niet aan gedacht dat de klos/borging ontbrak. Volgens de heer [naam 6] ontstond het incident door onoplettendheid. (…)”