ECLI:NL:RBDHA:2024:5990

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
C/09/663152 / JE RK 24-487
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 3 april 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [Minderjarige], geboren in 2007. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [Minderjarige] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De moeder van [Minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag en staat achter het verzoek van de gecertificeerde instelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2024 waren zowel [Minderjarige] als zijn advocaat, de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig. De stiefvader was niet verschenen, maar was wel correct opgeroepen.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling de noodzaak van jeugdhulp benadrukt, waarbij is vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [Minderjarige] te behandelen. De kinderrechter heeft eerder al een ondertoezichtstelling en een trajectmachtiging verleend, en concludeert dat een gesloten accommodatie noodzakelijk is om te voorkomen dat [Minderjarige] zich onttrekt aan de benodigde jeugdhulp. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, van 4 april 2024 tot 4 oktober 2024, en benadrukt dat [Minderjarige] zich op een goede plek lijkt te bevinden en kleine stappen in de goede richting zet. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 15 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/663152 / JE RK 24-487
Datum uitspraak: 3 april 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [Minderjarige] ,
advocaat: mr. R. Tetteroo te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
[de stiefvader],
hierna te noemen: de stiefvader.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 18 maart 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 21 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 april 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [Minderjarige] met zijn advocaat;
- de moeder;
- [naam] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De stiefvader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de stiefvader wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [Minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [Minderjarige] heeft ervoor gekozen tijdens de mondelinge behandeling zijn mening te geven.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [Minderjarige] .
2.2.
[Minderjarige] verblijft in [accomodatie] in [plaatsnaam] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 september 2023 de ondertoezichtstelling van [Minderjarige] verlengd tot 4 oktober 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 december 2023 een trajectmachtiging verleend om [Minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 4 januari 2024 tot 4 april 2024 en aansluitend om [Minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 4 oktober 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [Minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
4. Het verzoek wordt als volgt toegelicht. [Minderjarige] is van [inrichting] overgeplaatst naar [accomodatie] in [plaatsnaam] . [accomodatie] is best een goede plek voor [Minderjarige] . Voor verblijf op [accomodatie] stelt Horizon als voorwaarde dat er een gesloten machtiging is tot de jongere heeft laten zien zich aan de regels en afspraken te houden. Dat is bij [Minderjarige] niet altijd het geval. In januari is [Minderjarige] na een officiële waarschuwing voor één week teruggeplaatst binnen de gesloten jeugdzorg. [Minderjarige] stelt zich wel begeleidbaar op, maar blowt nog steeds erg (te) veel en laat niet altijd het achterste van zijn tong zien. Ook is hij soms met verkeerde dingen. Hij gaat met hele kleine stapjes vooruit. Om te kunnen ingrijpen als het echt niet goed gaat en om de plaatsing bij [accomodatie] te kunnen voortzetten, blijft het noodzakelijk om de gesloten machtiging op de achtergrond aanwezig te hebben.

5.De standpunten

5.1.
Door en namens de advocaat van [Minderjarige] is geen verweer gevoerd tegen het verzochte. [Minderjarige] geeft aan dat hij het leuk vindt bij [accomodatie] en dat hij daar graag wil blijven. Als een gesloten machtiging als vangnet daarvoor nodig is, vindt [Minderjarige] dat goed.
5.2.
Ook de moeder staat achter het verzoek van de gecertificeerde instelling.

6.De beoordeling

6.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [Minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [Minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
6.2.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden. De kinderrechter benadrukt dat [Minderjarige] best goed op zijn plek lijkt te zitten bij [accomodatie] en dat hij steeds kleine stapjes in de goede richting zet. De kinderrechter is het met de gecertificeerde instelling en de gedragswetenschapper eens dat een gesloten machtiging nog nodig is als vangnet en als stok achter de deur voor [Minderjarige] . Een lichtere maatregel is vanwege de gedragsproblemen van [Minderjarige] en de risico’s op impulsief, risicovol en crimineel gedrag, ontoereikend om de veiligheid te waarborgen. Het gedwongen kader biedt [Minderjarige] de mogelijkheid om stapje voor stapje te leren omgaan met vrijheden en te leren waar hij zich op moet concentreren voor een positieve ontwikkeling.
Daarom zal als volgt worden beslist.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verleent een machtiging om [Minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 4 april 2024 tot 4 oktober 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2024 door mr. J.J. Peters, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. Boogaarts als griffier, en op schrift gesteld op 15 april 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.