ECLI:NL:RBDHA:2024:5960
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingebrekestellen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 17 april 2024, wordt het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had een asielaanvraag ingediend op 21 augustus 2022, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft pas op 9 mei 2023 besloten dat de aanvraag in de nationale procedure zou worden behandeld. De rechtbank overweegt dat de beslistermijn voor de staatssecretaris op dat moment is aangevangen en dat deze termijn, rekening houdend met de relevante wetgeving, eindigt op 21 mei 2024. Eiser heeft echter op 22 november 2023 een ingebrekestelling gestuurd, terwijl de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de ingebrekestelling te vroeg is gedaan. De rechtbank wijst erop dat als de ingebrekestelling te vroeg wordt gedaan, het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.