ECLI:NL:RBDHA:2024:5945
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van parkeerontheffingen en de beoordeling van beleidsvrijheid door de gemeente
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eisers tegen de intrekking van hun parkeerontheffingen door de burgemeester en wethouders van Zoetermeer. De rechtbank behandelt de zaak die voortvloeit uit een besluit van 12 juli 2022, waarbij aan eisers parkeerontheffingen waren verleend. Dit besluit werd echter herroepen op 22 juni 2023, na bezwaar van een derde partij. Eisers, die aan de [straatnaam] in Zoetermeer wonen, stellen dat de intrekking van de ontheffingen hen ernstig benadeelt, omdat zij nu hun tweede auto niet meer op eigen terrein kunnen parkeren. De rechtbank constateert dat de gemeente onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie en de belangen van de bewoners niet goed heeft gewogen. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheid dat het parkeren van de tweede auto op eigen terrein hinder met zich brengt, niet als een bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit zorgvuldig is genomen en dat de belangen van alle partijen op juiste wijze zijn gewogen. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de intrekking van de parkeerontheffingen standhoudt. De rechtbank wijst erop dat de eisers geen griffierecht terugkrijgen en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangen.