ECLI:NL:RBDHA:2024:5936
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor Oekraïense derdelander in Nederland
Op 23 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening van een derdelander uit Oekraïne. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 21 februari 2024 besloten dat de verzoeker met ingang van 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland verblijft en dat hij de Europese Unie binnen vier weken na 4 maart 2024 moet verlaten. Dit besluit was gebaseerd op de veronderstelling dat de tijdelijke bescherming onder Richtlijn 2001/55/EG na 4 maart 2024 van rechtswege eindigt.
De verzoeker heeft op 7 april 2024 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn tijdelijke bescherming en de bijbehorende voorzieningen kan behouden tijdens de behandeling van het beroep. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk gegrond is en heeft zonder zitting uitspraak gedaan, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. Hij heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is besloten dat bepaalde vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat op hun hoger beroep is beslist. Gezien de onduidelijkheid over de status van de tijdelijke bescherming van de verzoeker, heeft de voorzieningenrechter besloten dat hij moet worden behandeld als een vreemdeling die nog onder de werking van de Richtlijn valt, totdat op het beroep is beslist. Dit betekent dat de verzoeker voorlopig niet uit Nederland hoeft te vertrekken, zijn recht op opvang behoudt en mag blijven werken.
Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van € 875,- aan de verzoeker, omdat deze rechtsbijstand heeft ingeschakeld. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot hoger beroep of verzet.