Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
.
Rechtbank Den Haag
Op 23 april 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker was niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek omdat er in de hoofdzaak al een einduitspraak was gedaan. De verzoeker had op 15 april 2024 een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend, waarin hij verzocht om de wraking van mr. O. van der Burg, de kantonrechter in de hoofdzaak. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden, aangezien de kantonrechter al een einduitspraak had gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking na een einduitspraak, wat leidde tot de beslissing dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.