ECLI:NL:RBDHA:2024:5920
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving voortduren maatregel van bewaring en niet-ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de voortduren van een maatregel van bewaring. De eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 30 december 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft de rechtbank op 19 april 2024 in kennis gesteld van het voortduren van deze maatregel, wat door de rechtbank werd gelijkgesteld met een door de eiser ingesteld beroep. Echter, de eiser had reeds op 8 april 2024 zelf beroep ingesteld tegen het voortduren van de bewaring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kennisgeving van de staatssecretaris onnodig was, aangezien de eiser al een beroep had ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de eiser geen procesbelang had bij de beoordeling van het beroep dat door de staatssecretaris was ingediend. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.