ECLI:NL:RBDHA:2024:5905
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake uitstel van vertrek op medische gronden
In deze zaak heeft eiser, een Afghaanse nationaliteit hebbende, op 18 juli 2022 een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op medische gronden, vanwege psychische problemen. Deze aanvraag werd afgewezen bij besluit van 24 november 2022, waarna het bezwaar op 16 januari 2023 kennelijk ongegrond werd verklaard. Dit besluit werd op 9 maart 2023 ingetrokken. Vervolgens heeft verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op 8 december 2023 het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag voor uitstel van vertrek ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 20 maart 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, en een tolk aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat uit een BMA-advies van 4 juli 2023 blijkt dat er bij terugkeer naar Afghanistan geen acute medische noodsituatie zal ontstaan, waardoor eiser geen risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM. Eiser betoogt echter dat hij bij terugkeer zal overlijden door het ontbreken van psychische en medische zorg in Afghanistan.
De rechtbank concludeert dat eiser niet zal worden uitgezet vanwege het risico op schending van artikel 3 van het EVRM, zoals blijkt uit een aanvullend besluit van verweerder van 24 april 2023. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van de afwijzing van zijn aanvraag voor uitstel van vertrek. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.