In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eiseres, een B.V., tegen het niet tijdig bekendmaken van twee omgevingsvergunningen die van rechtswege zijn verleend. Eiseres had op 13 januari 2022 aanvragen ingediend voor het bouwen van kassen, maar het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg had deze aanvragen niet tijdig behandeld. De rechtbank heeft op 5 maart 2024 de beroepen behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de aanvragen om omgevingsvergunningen voor kas I en kas II van rechtswege zijn verleend, omdat de reguliere procedure van toepassing was en de beslistermijn door verweerder was overschreden. De rechtbank stelt vast dat er ten tijde van de aanvragen geen rechtstreekse aanspraak op de vergunningen bestond, maar dat de rechtszekerheid in dit geval vereist dat de aanvragen als verleend worden beschouwd. De rechtbank vernietigt de weigeringen van verweerder om de vergunningen bekend te maken en verplicht verweerder om dit alsnog binnen twee weken te doen.
De rechtbank concludeert dat de beroepen gegrond zijn en dat verweerder het betaalde griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk op 11 april 2024.