ECLI:NL:RBDHA:2024:5830
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.S. Huisman, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. D. Spiering-Kalay. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv weigerde deze op basis van de vaststelling dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de medische beoordeling en de vastgestelde beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) onvoldoende waren. De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin eiseres haar gronden van beroep heeft aangevuld met verklaringen van haar psycholoog en podotherapeut. De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op deze aanvullingen en heeft het onderzoek heropend voor aanvullende rapportages. Na beoordeling van de medische rapportages en de argumenten van beide partijen, concludeert de rechtbank dat het Uwv op zorgvuldige wijze heeft gehandeld en dat de medische beoordeling voldoende onderbouwd is. De rechtbank oordeelt dat de door het Uwv geduide functies geschikt zijn voor eiseres, en dat er geen aanleiding is om aan de juistheid van de medische beoordeling te twijfelen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.