ECLI:NL:RBDHA:2024:5829
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiser had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op basis van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. De Commissie had eiser een bedrag van € 5000,- toegekend, maar eiser vond deze vergoeding te laag en heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de tegemoetkoming volgens de Tijdelijke regeling een vast bedrag is en er geen ruimte is om hiervan af te wijken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de regeling bedoeld is om erkenning te bieden voor het geweld dat slachtoffers in de jeugdzorg is aangedaan, en niet als schadevergoeding. Eiser heeft betoogd dat de hoogte van de vergoeding niet recht doet aan zijn ervaringen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de regeling geen volledige compensatie van de geleden schade beoogt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de door eiser genoemde compensatieregelingen voor misbruik in andere instellingen niet vergelijkbaar zijn met de Tijdelijke regeling. Uiteindelijk heeft de rechtbank de beslissing van de Commissie bevestigd en het beroep van eiser afgewezen.