ECLI:NL:RBDHA:2024:5762
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overeenkomst
Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bestaande uit meerdere Syrische nationaliteiten, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 januari 2024 besloten om de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen, met als reden dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.2573) die betrekking heeft op het beroep van verzoekers. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.