ECLI:NL:RBDHA:2024:5759

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
NL24.1848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling

Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Nigeriaanse nationaliteit, had op 16 januari 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als reden dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-regeling.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.1847) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Gezien deze uitspraak was de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter, mr. T.A. Oudenaarden, heeft in aanwezigheid van griffier mr. D.G. van den Berg deze beslissing genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.1848

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

geboren op [geboortedatum],
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer],
(gemachtigde: mr. G.P.G. Willemse-Schoenmakers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 16 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag (zaaknummer NL24.1847), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.