ECLI:NL:RBDHA:2024:5750

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
NL24.12180
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende terugkeerbesluit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat op 21 februari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was uitgevaardigd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld zonder zitting, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen indien er beroep is ingesteld tegen een besluit. Echter, volgens artikel 8:83, derde lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter ook uitspraak doen zonder behandeling ter zitting als het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.

In een eerdere uitspraak van 14 maart 2024 had de voorzieningenrechter een verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak was gedaan op het beroep. Aangezien het belang bij de gevraagde voorlopige voorziening inmiddels was komen te vervallen, werd het verzoek nu kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.12180

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.J.L. van de Glind),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

1. De staatssecretaris heeft op 21 februari 2024 een terugkeerbesluit (hierna: bestreden besluit) aan verzoeker uitgevaardigd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
2. Dat verzoek staat hier nu ter beoordeling.
3. Omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover hier van belang, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening treffen indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld.
5. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb, voor zover hier van belang, kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder het verzoek ter zitting te hebben behandeld indien het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.
6. Bij uitspraak van 14 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter een op 6 maart 2024 door verzoeker ingediend verzoek om voorlopige voorziening (NL24.9876) toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat uitspraak is gedaan op het beroep. Het belang aan de gevraagde voorziening is derhalve komen te vervallen. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van
geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.